Neurofeedback training kritisch bekeken

Een verkorte uitgave van het artikel uit Skepter 20.2

Veel alternatieve therapeuten beroepen zich op oeroude, mysterieuze genezingsmethoden of op evenzeer mysterieuze fysica. Er is echter ook een groep behandelaars die het zoekt in hightech. In de afgelopen decennia is de medische techniek met rasse schreden vooruit gegaan. Men kan met functional magnetic resonance imaging (fMRI) bij wijze van spreken zien of iemand een optel-, of aftreksommetje gaat maken. Zou men dan aan een EEG niet kunnen zien of iemand zich wel goed gedraagt? Als dan ook blijkt dat mensen hun EEG kunnen leren beïnvloeden, dan liggen de therapeutische mogelijkheden voor de hand. Dat is het idee van de EEG-biofeedbacktherapie, kortweg neurofeedback training (NFT). Wat u ook mankeert, om het even of het om epilepsie, migraine, whiplash, dyslexie, depressies, burnouts of adhd gaat, neurofeedback helpt u er vanaf! Zelfs als u niets mankeert, kunt u met neurofeedback mooier muziek spelen, beter sporten, doelmatiger leiding geven of kwantummechanica studeren.

Teruggekoppelde signalen

Wat is feedback? Allerlei besturing werkt doordat correcties worden uitgevoerd op basis van waargenomen afwijkingen van een norm. Thermostaten sturen bijvoorbeeld een signaal naar een verwarmingstoestel als het kouder wordt dan de gewenste temperatuur. Daardoor wordt het uiteindelijk warmer en na een tijdje stopt de thermostaat het opwarmen weer: zo wordt de warmteproductie teruggekoppeld naar de thermostaat. In het menselijk lichaam wemelt het van de feedbacksystemen. Een bekend voorbeeld is de insulineproductie. Wordt de suikerspiegel te hoog, dan zorgt het lichaam voor meer insuline, met als gevolg dat de suikerspiegel daalt. Biofeedback meet en presenteert lichaamssignalen zodanig aan een patiënt, dat hij die leert herkennen en bewust kan controleren. Sommige van deze therapieën zijn evidence-based: bijvoorbeeld de plaswekker. Bij neurofeedback krijgt de patiënt een moeilijk te begrijpen signaal aangeboden: het EEG. Men kan dat EEG leren beïnvloeden, maar niemand snapt wat er gebeurt en het ‘ideale EEG’ is iets vaags.

Golven

Het EEG wordt al jaren voor klinisch onderzoek toegepast, wat eigenlijk een wonder is, gezien hoe het signaal tot stand komt. De signalen zijn zeer zwak en worden gemakkelijk verstoord. Het uiteindelijke EEG bestaat uit een grafiek van de spanningsverschillen tussen diverse elektroden op het hoofd. In de grafiek zit vaak geen enkele regelmaat, maar soms zijn er golfpatronen in te herkennen: alfa, bèta, thèta, delta, gamma en smr (mu) golven. Voor de neuroloog is EEG-diagnostiek een grof instrument; een groepje zich misdragende neuronen valt echt niet op. Alleen als er iets heel erg mis is, kan men dat zien, bijvoorbeeld epilepsie.

Hoe kan men een EEG beïnvloeden? Dit is persoonlijk, maar er zijn soms wel logische strategieën. Aansturing kan bijvoorbeeld door zich bewust druk te maken of zich juist te ontspannen, door opzettelijk te gaan staren, door te denken aan emotionele gebeurtenissen, door zich te concentreren op puzzels, etc..

Investeren

Het uitgangspunt van NFT is dat psychiatrische en neurologische afwijkingen een uniek kenmerkend abnormaal EEG geven en men veronderstelt dat de patiënt kan leren het EEG normaal te maken en dat de afwijkingen dan ook overgaan. Het lijkt wel wat op homeopathie: er is de een of andere verstoring die zich uit in een uniek samenstel van symptomen, en als men maar die juist die symptomen weet te verwijderen dan wordt de patiënt vanzelf beter, en hoeft men niet te weten hoe de ziekte met de symptomen samenhangt.

De therapie begint met het afnemen van een compleet EEG, al dan niet in combinatie met testjes of psychologisch onderzoek. Als er volgens de therapeut te veel thètagolven zijn, moet de patiënt leren die te onderdrukken. Deze krijgt dan op een computerscherm een plaatje te zien waarvan de kleur of positie afhangt van de sterkte van de thètagolven. Na een aantal sessies moet de patiënt proberen zonder spelletjes zijn hersengolven te trainen. Het aantal sessies is vooraf moeilijk in te schatten. Sommige patiënten zijn na een tiental sessies genezen, maar vijftig of zestig sessies zijn geen uitzondering.

De apparatuur voor NFT is niet duur en de software stelt ook niet veel voor en iedereen kan zich neurofeedbacktherapeut noemen en een kliniek openen. In Nederland zijn ongeveer 200 therapeuten actief, verdeeld over vier beroepsgroepen.

Normaal of gestoord?

Verscheidene organisaties hebben enorme hoeveelheden EEG-gegevens van gezonde en ‘gestoorde’ mensen verzameld. Er kleven veel bezwaren aan deze databases en men kan er niet op blind varen voor een therapeutische behandeling. Het percentage vals positieve is onaanvaardbaar hoog. Hoewel de gedragstesten deskundig worden uitgevoerd, is het vaak moeilijk om een goede gedragsdiagnose te stellen. Bovendien, veel patiënten hebben ook andere gedragsproblemen, maar er is nagenoeg niets bekend over de bijdrage van deze extra stoornissen op het EEG. De inzet van een normatieve database en NFT ter verbetering van muzikale of sportieve prestaties is nog dubieuzer. Bovendien is onzeker of iedere therapeut echt het oorspronkelijke EEG-patroon naast de database houdt en vervolgens echt zijn therapie afstelt; er zijn misschien therapeuten die iedere adhd-patiënt dezelfde therapie geven.

Rookgordijnen

Wat zegt de wetenschappelijke literatuur over NFT? Het goede nieuws voor de NFT is dat geen enkel onderzoek uitkomt op het oordeel ‘onwerkzaam’. Sinds de eerste proeven met neurofeedback uit de jaren 1960 zijn er ruim 1000 publicaties over NFT verschenen. Helaas de meeste studies vertonen een enorme waslijst van gebreken: discutabele controles, kleine groepen, verschillen in behandelingen, onzekere diagnoses, geen blindering, geen verloting, onduidelijke resultaatcriteria, bevooroordeelde onderzoekers, geen ‘peer-reviewed’ vaktijdschriften, ondeugdelijke statistiek, te weinig EEG-gegevens van voor maar vooral ook na de therapie, en zeer beperkte follow-upstudies. Dit zijn geen subtiele fouten. Men krijgt de indruk dat veel artikelen opgepoetste anekdotiek zijn, achteraf bij elkaar geschraapte therapieresultaten. Uiteindelijk zijn alle artikelen simpel samen te vatten: ‘NFT is veelbelovend, maar aanvullend onderzoek is nodig.’ Tal van vragen blijven liggen bij gebrek aan deugdelijk onderzoek.

Onzekerheid troef?

NFT heeft een wetenschappelijke basis; het staat vast dat het mogelijk is verschillende eigenschappen van het EEG te modificeren door operante conditionering. Maar het is ook duidelijk dat twijfel aan NFT als therapie gerechtvaardigd is: de patiënt krijgt een onbegrepen signaal toegevoerd en reageert er op diverse, eveneens onbegrepen manieren op. Er zijn vreselijk veel studies uitgevoerd, maar niet één kan uitsluiten dat het effect op placebowerking berust. Statistieken over aantallen ontevreden patiënten ontbreken, evenals follow-up die nagaat of de patiënt er in alledaagse omstandigheden baat bij heeft. Iemand kan met vlag en wimpel voor de therapie slagen, maar prikkels als angst, drift of zelfs chocola kunnen de conditionering waarschijnlijk makkelijk doorbreken.

Of NFT meer doet dan helemaal geen therapie, is niet aan orde, maar wel of het meer is dan een placebotherapie. Ook met acupunctuur kan men ‘therapeutische’ resultaten claimen, maar er is geen onderscheid tussen lukraak ondiep prikken of naalden diep inbrengen in door de who vastgelegde acupuntuurpunten. Misschien berust de ‘werking’ van neurofeedback alleen al op extra aandacht en positieve motivatie van de patiënt en zijn of haar omgeving, in de hand gewerkt door de hightechuitstraling. Misschien doet de patiënt alsof hij vooruit gaat om de therapeut te plezieren. Misschien berust het effect op algemene gedragstherapie en niet-gerichte cognitieve training, en doet het EEG er helemaal niet toe.

Als NFT de kwalificatie “evidence-based” waardig zou zijn, zou het na bijna 50 jaar van zijn bestaan een reguliere geneeskunde moeten zijn. Grote bedrijven durven voorlopig nog niet in neurofeedback te investeren en afgelopen november oordeelde het college van zorgverzekeringen negatief over het opnemen van neurofeedback in het zorgverzekeringspakket.

Zie ook het artikel over Neurofeedback in het tijdschrift Skepter.

83 gedachten over “Neurofeedback training kritisch bekeken”

  1. Ad Rookgordijnen

    Wetenschappers mogen kennelijk fouten maken waarvoor een gewoon mens de laan uitvliegt.
    Kwestie van publicatiedruk ?

  2. Helder verhaal, Dirk.

    Ik had de uitgebreide versie ook al in de laatste Skepter gelezen en moest meteen weer terugdenken aan een NFB-experiment dat ik 4 jaar geleden heb ondergaan. Een collegaatje van mij, taal blijft toch bijzonder, iedereen weet nu dat het om een vrouw gaat, terwijl er slechts een verkleinwoordje gebruikt wordt, het is net zoiets als ‘dat mens’; is ook nooit een man, enfin, zij was geheel in de ban van een ‘self diagnosing machine’ die ze voor let wel 25000$ (!) had aangeschaft en waarmee ze praktijk ging beginnen. Het betrof een PC met daaraan verbonden een klein glimmend kastje. Op de PC was ‘uiterst geavanceerde’ software geïnstalleerd, die ontwikkeld was door de NASA. Het idee van de NASA was namelijk om software voor zelfdiagnose en zelfgenezing te ontwikkelen ten behoeve van astronauten die bijv. naar Mars zouden moeten reizen. Een reis van meerdere jaren en dan kan je niet onderweg ff een dokter bellen. Om nog steeds onopgehelderde redenen was de NASA ermee gestopt en had deze ‘spectaculaire’ uitvinding verkocht aan een commercieel bedrijf die in de zachte sector een prima “afzet”markt (<-excusez le mot!) had gevonden. "Of ik misschien haar proefpersoon wilde zijn?" Tuurlijk! Ik sta open voor alles en was door het verhaal nieuwsgierig geworden. Die jongens van de NASA, die kunnen echt wel wat. "Ik moet je wel waarschuwen hoor, want de uitslagen kunnen zeer confronterend zijn. Er zit namelijk een gigantische database in met alle ziektes die er bestaan en de resultaten van wel 100000 mensen!". Enfin, ik kreeg één sensor op mijn rechterarm geplakt die met één draad (Jawel, één enkel-aderig draad) via een zwarte bananenplug met het kastje verbonden (ik herinner me nu nog dat ik dacht, een zwarte bananenplug, waar is de plus?). Anyway, vervolgens drukte ze op een paar knoppen en klonk er hele ontspannende Indiase (Néééééé!) muziek uit de PC. Ik heb een half uur gezeten en toen klonk er opeens een computerstem die sprak: "analysis completed, preparing results". Je wilt niet weten wat ik allemaal onder de leden had. Allergisch voor alles, darmproblemen, nierproblemen, teveel witte bloedlichaampjes, te weinig rode, respiratieve problemen... kortom: het is een regelrecht wonder dat ik deze tekst na 4 jaar nog kan typen. "Het geeft allemaal niks hoor," sprak mijn collegaatje gerustellend, "dit apparaat kan je ook meteen genezen!". Opnieuw die Indiase (Néééééé!) klanken en weer een half uurtje hing ik aan dat ene draad. Opeens de computerstem: "Patient cured!" Inderdaad. Niets meer te zien op de uitdraai. "Voel je jezelf al beter?" Nee, niet echt. "Dat kan kloppen! Het schijnt altijd even te duren voor je het effect merkt" Het was een hele aardige mevrouw, dat wel. Toch nog maar even voorzichtig geïnformeerd of er misschien nog meer sensoren bijgeleverd waren. "Ja zeker," sprak ze zonder met haar ogen te knipperen, "maar die liggen thuis. In de handleiding stond dat het ook gewoon met één draad werkt." Nééééééééééééééé!

  3. Een prachtig verhaal Agno. Ik denk echter dat het vrouwtje gebruik maakte van bioresonantie en dat werkt net zo goed met één draad als met twee. Sterker, je hebt niet eens draden nodig.

    Ik mag dan kritisch zijn t.a.v. NFB en buitengewoon grote twijfels hebben of het als de therapie meer te bieden heeft dan een placebotherapie, maar zoals ik al schreef, NFB heeft een serieuze basis.

  4. Dirk,

    Inderdaad. Mijn ervaring betreft kennelijk de “bioresonantie”. Nooit geweten dat het zo heette. Gelijk even op Skepsis gezocht en vond meteen een link naar een artikel van Alex Meijer, Bron: Skepter 16(2), juni 2003.

    “Eerst wordt mijn ‘algemene energiehuishouding’ gemeten. In beide handen krijg ik een dikke messingstaaf die ik moet vasthouden. De staven zijn met snoertjes met bananenstekkers verbonden met de Bicom. Ik hoor een pieptoon. ‘We meten nu het algehele energieniveau. Mmm, ja. Precies wat ik dacht. Kijk, de meter moet normaal tot tachtig uitslaan, maar dat doet hij niet, dus u hebt te weinig energie.”

    Alex is ook iemand met electronica-ervaring. Frappant dat ook hij het detail van die bananenstekkers onthouden heeft! Ik denk dat wij beiden bij dit soort gevoelige apparatuur op z’n minst een goed afgeschermde COAX kabel met een BNC (bajonet) connecter verwacht hadden.

    Anyway, ik zal hier verder niet off-topic gaan.

  5. @ Koppenaal en Agno

    Heren, anno 2008 kan dit toch echt niet meer, collegaatje, vrouwtje, … Ook niet als de vrouw in kwestie alternatief is. Dit is een skeptische site, dus het laatste wat ik hier verwacht te lezen is/zijn seksistische vooroordelen. Vriendelijk verzoek deze eens tegen het skeptische licht te houden, of bent u van de jaargang 1920 ? Dan vergeef ik u.

    Ik kan u verzekeren dat niemand mij ooit femmelette, colléguette, vrouwtje of collegaatje heeft genoemd, althans niet in mijn aanwezigheid. En mocht u die neiging krijgen, dan (gecensureerd door de webmaster).

  6. @Atsou-Pier,

    Over neuro-feedback gesproken. Reeds tijdens het schrijven van de betreffende passage voelde ik deze, weliswaar zeer genuanceerd gebrachte doch pijnlijk rake, reprimande al aankomen. En dan zeggen ze nog dat 99% van waar de mens zich zorgen over maakt helemaal nooit uitkomt! Bij mij mooi wel dus…

    Wat nu? “Fight or Flee?”. Toch maar gekozen voor de middenweg en de volgende verzachtende omstandigheid aangevoerd. Woorden als “collegaatje” en “dat mens” worden toch meestal gebezigd door vrouwen zelf. Ga je als moderne man vanzelf in meedoen, maar dan mag het opeens niet meer. Maar ja, het zal wel net zoiets zijn als kritiek hebben op je eigen ouders.

    Anyway, ik ben van na 1920 dus zal mijn leven beteren 😉

  7. @ Agno

    Misereatur tui omnipotens Deus, et dimissis peccatis tuis, perducat te ad vitam æternam.

  8. @Atsou-Pier,

    Als ik vroeger weer eens te eigenwijs was geweest, dan sprak mijn wijze vader altijd tegen mij: “Ad tuba terribili sonitura taratantara dixit!”

    En de trompet zei op veel te luide toon: “tetteretet”!

    🙂

  9. Wat ik mis in dit stukje, en ook in de papieren versie, is juist de huidige wetenschappelijke stand van zaken.
    Ik was een paar weken geleden bij een lezing van Rainer Goebel. Hij vertelde daarin wat nu juist wel mogelijk aan het worden is, en hoeveel hier in de toekomst nog te ontdekken valt.

    Het ging hier bijvoorbeeld om het spelen van ‘Pong’ van twee mensen die in een fMRI scanner lagen. Het controleren van de positie van je virtuele racket d.m.v. het controleren van de mate van hersenactiviteit.

    Ik begreep dat NFB met succes is toegepast bij mensen met chronische pijn, die daardoor nu ook daadwerkelijk de pijn met tientallen procenten *zelf* kunnen onderdrukken.

    Het potentieel voor NFB op fNRI gebied is enorm.

    http://en.wikipedia.org/wiki/Real-time_fMRI

  10. fMRI heeft niks te maken met neurofeedback, waarbij men op ouderwetse wijze elektroden op het hoofd plaatst. De neurofeedbackapparatuur kost niet veel meer. Alleen de prijzen van de behandelingen zijn hoog, vooral als je bedenkt dat men naar verluidt meestal een lange reeks behandelingen nodig heeft en dat de computer het werk doet. Een NFT-therapeut heeft maar weinig cliënten nodig om zijn investering terug te verdienen. Het lijkt me een luizenbaan, zodat ik me kan voorstellen dat er veel reclame voor wordt gemaakt.

    Verder is het een feit dat iedere therapie (ook de meest onzinnige) tegen pijn kan helpen, want pijn is zeer gevoelig voor het placebo-effect.

  11. @Yorick,
    De huidige wetenschappelijke stand wordt wel degelijk besproken, maar ik kan er niet meer van maken dan er is.

    Als je kijkt naar de referentielijst zie je up-to-date artikelen. Ik ga ook verder en bespreek het effect van een klein aantal neuronen op gedrag (Nature Dec 2007) en de mogelijke gevaren van neurofeedback in de spelletjesindustrie (nog [?] niet gepubliceerd).

    Ook het pijnonderzoek van deCharmes wordt wel degelijk genoemd: namelijk als vierde studie van “De top vijf studies” van de papieren versie. Telkens komen frappante fMRI studies in het nieuws: op grond van MRI voorspellen welke foto getoond wordt, en onlangs weer eens de relatie breinbesluit en lichaamsactie aangetoond. Er zal vast een hoop bijkomen, maar of dat therapeutisch bruikbaar/realiseerbaar/betaalbaar is, is de vraag en is zoals Rob aangeeft geen argument om neurofeedback te omarmen.

  12. Als een van de geciteerde onderzoekers was ik verbaasd en teleurgesteld over de teneur van het volledige artikel zoals dat in Skepter is gepubliceerd. Een kritisch artikel, akkoord! Maar het artikel is op sommige plaatsen smalend, tendentieus en stemmingmakend: shoot ‘m up, guys!
    Hier in de blog wordt bij de tegenwerpingen ondermeer gebruik gemaakt van termen als “misschien” en “waarschijnlijk”. Een mooi staaltje demagogiek, de lezer vergeet deze woordjes en onthoudt de strekking dat neurofeedback niks voorstelt. Uiteraard is er kritiek mogelijk op het onderzoek naar de effectiviteit van neurofeedback en het moet verbeteren. Laten we niet het kind met het badwater weggooien.
    In de komende dagen zal ik de verschillende onderdelen van het artikel van repliek dienen.

  13. Teruggekoppelde signalen
    Weet u nog hoe u heeft leren fietsen, zwemmen of pianospelen? Tien tegen een is het antwoord: oefenen, oefenen, oefenen. Ook hier is het thema “zelfregulatie”, net als bij neurofeedback. Maar hoé leer je door oefenen? Door het resultaat, door vallen en opstaan (bij het fietsen..). Het wordt maar niet duidelijk: hoe lukt het je om na de resultaten van het oefenen de goede bewegingen te maken? Niemand weet het, op een gegeven moment lukt het gewoon steeds beter (of je stopt er mee). Onze hardware maakt dat we ons gedrag afstemmen op het resultaat. Het “moeilijk te begrijpen EEG signaal” is van dezelfde orde: na verloop van tijd lukt het steeds beter. Niet bij iedereen in dezelfde mate, en bij sommigen helemaal niet. Kortom, niet zo bijzonder als wordt gesuggereerd.
    Het “ideale EEG” is een simplificatie. Wat zou het mooi zijn als het zo simpel was. Onderzoek suggereert fenotypes in het EEG, niet iedereen heeft dezelfde make-up wat dat betreft. Bovendien verandert het EEG gedurende de levensloop. Het uitgangspunt van het kritiekpunt suggereert dat er een ideaal EEG zou moeten zijn, dat klopt dus niet. Verschillende frequenties hebben een relatie met de doorbloeding en stofwisseling in het brein. Zo betekent veel alfa in een gebied dat het brein daar in rust is, hetgeen afhankelijk van de lokatie verschillende effecten voor het gedrag kan meebrengen.

  14. Ik kan me gedeeltelijk in dit artikel vinden. Inderdaad ben ik het ermee eens dat neurofeedback teveel als een wondermiddel voor alles wordt gepresenteerd door vele therapeuten.

    Echter voor de toepassing bij Epilepsie, ADHD en slaapproblemen zijn er echt wel goede en gecontroleerde studies uitgevoerd waarbij wel goede controle groepen en designs zijn gebruikt (zoals een ABA design, waar men ook liet zien dat ADHD en Epileptische klachten erger werden als het tegenovergestelde werd getraind).

    Kortom, als specifiek naar deze 3 toepassingen gekeken zou worden zou de conclusie mijns inziens anders zijn.

    Voor wat betreft normatieve QEEG databases, dit is denk ik verkeerd begrepen door de auteur. Een database stelt zich NIET ten doel om een diagnose te stellen! Daarvoor heeft de DSM-IV al gedragscriteria opgesteld, en een EEG database zal dat nooit beter kunnen als een posycholoog/psychiater.

    Echter het nut van een QEEG en neuropsychologische normatieve database is PROGNOSTIEK: oifwel het bepalen van een eventueel sub-type en daarmee een betrouwbaar behandelplan op kunnen stellen met de grootste kans op succes.

    Deze exact zelfde methode kan bijvoorbeeld ook gebruikt worden om te voorspellen welke medicatie het beste zal aanslaan, bv. Ritalin. Hier hebben we net een studie naar afgerond die binnenkort gepubliceerd word. Tevens is hier ook al redelijk wat onderzoek naar gedaan, zie bv. http://www.personalized-medicine.eu

    Martijn Arns
    Brainclinics Diagnostics
    http://www.brainclinics.com

  15. Voordat ik op de punten van Rien Breteler en Martijn Arns in ga, eerst iets over Skepter. Skepter is door en voor de abonnees van het blad, waaronder de donateurs van Skepsis. Natuurlijk is het leuk als meer mensen Skepter lezen, de onderwerpen en de schrijfstijl waarderen, en zich als abonnee of donateur aanmelden. Natuurlijk is het mooi als Skepter geraadpleegd wordt door mensen die meer over een bepaald onderwerp of therapie willen weten. Maar Rien hoeft zich niet ongerust te maken; juist door de vaak misprezen schrijfstijl is het duidelijk dat Skepter géén wetenschappelijk magazine is.

    In Skepter wordt een groot aantal onderwerpen behandeld waarbij de meeste auteurs niet alleen zo zorgvuldig mogelijk hun mening over een bepaald onderwerp geven, maar dit ook op een onderhoudende en uitdagende manier proberen te doen. In mijn geval betekent dat, dat ik geen saai stuk wil schrijven wat ik om een of andere reden niet naar Medisch Contact wil sturen. Uiteraard was het ook nodig het onderwerp te simplificeren. Het stuk moest voor iedereen duidelijk zijn, dus uitleg aan de hand van eerder behandelde onderwerpen, zoals astrologie, homeopathie en accupunctuur zijn logisch. In het stuk schrijf ik dat neurofeedback niet tot dezelfde categorie hoort als astrologie en dat het een wetenschappelijke basis heeft. Zo positief heb ik niet eerder over een therapie geschreven. Het stuk gaat over neurofeedback in het algemeen met als uitgangspunt de informatie zoals die voor de lezers gemakkelijk toegankelijk is. Ik focus me niet op Rien Breteler en collega’s, maar op neurofeedback in het algemeen.

    De boodschap is dat neurofeedback géén experimentele, maar een onzekere behandelwijze is, waarvan momenteel niet kan worden aangetoond, dat het betere resultaten oplevert dan placebotherapie. Een zestal keer “misschien” en eenmaal “waarschijnlijk” zijn dan niet overdreven.

    Het blog biedt een uitgelegen kans voor iedere neurofeedbackspecialist mijn conclusie te ontkrachten of van repliek te dienen. Zodoende kan iedere lezer uiteindelijk zelf uitmaken of de conclusie juist is. Ik ben blij dat Rien Breteler en collega’s gedurende het schrijven van het stuk open stonden voor discussie en ook nu weer bereid zijn hier tijd aan te besteden. Dit is heel anders dan andere beroepsgroepen, die kennelijk minder stevig in hun schoenen staan. Ik sta in dezen niet op mijn strepen en hang ook geen anti-neurofeedback geloof aan; met goede, wetenschappelijk onderbouwde argumenten, ben ik echt van het tegendeel te overtuigen.

  16. Het kind en het badwater
    Rien Breteler is bang dat door mijn skeptische opstelling het kind met het badwater wordt weggegooid. Maar dat is nu juist het punt van discussie: “zit er een kind in bad?”. Na veertig jaar onderzoek om de badschuimlagen te ontleden, durf ik gerust de stop uit het bad te trekken.

    Rien Breteler hangt de theorie aan dat uiteindelijk alles geleerd wordt door oefenen en zelfregulatie. Neurofeedback is wat dat betreft gelijk aan fietsen etc. Het is ook niet belangrijk of het signaal wel of niet begrepen wordt want we hebben alles moeten leren. Voor mij is dat toch een punt van discussie: hoe kun je nu leren fietsen als je eigenlijk niet weet of je op een fiets zit?

    Dat het ideale EEG niet bestaat snap ik ook wel en dat de normatieve database niet primair gebruikt wordt voor diagnose is mij ook bekend. Niet iedere neurofeedbacksite is hier overigens even duidelijk in. Wat te denken van “Deze database staat in Australië en verzamelt alle gegevens van gezonde en niet-gezonde mensen over de hele wereld. In een rapport wordt aangegeven welke afwijkingen significant anders zijn dan bij gezonde mensen.” De database is een referentiekader en wordt als zodanig ook vaak gebruikt. Vanwege de onduidelijkheid en de onbetrouwbare voorspellende waarde van het EEG vind ik mijn kritiek gegrond.

    Ik heb indertijd alle organisaties in Nederland aangeschreven om een top vijf in te sturen, van meest overtuigende studies met een lijstje waaraan die onderzoeken toch minstens moesten voldoen. Ook Martijn Arns kreeg die mail. Om dan nu te stellen dat er wél goede studies zijn, is mosterd na de maaltijd. Jammer! Overigens hebben de specialisten van het college van zorgverzekeraars ook geen overtuigende studies kunnen vinden.

    Dit is voorlopig mijn laatste mail, morgen ga ik op vakantie.

  17. Snel een korte reactie op Dirk Koppenaal:
    “Na veertig jaar onderzoek om de badschuimlagen te ontleden, durf ik gerust de stop uit het bad te trekken.” Ik hoop dat Dirk het niet erg vindt om vergeleken te worden met Bill Gates: “No one will ever need more than 640 kb of memory”. Daarnaast zegt hij: “hoe kun je nu leren fietsen als je eigenlijk niet weet of je op een fiets zit?” Dat zal mij worst wezen, mijn punt was dat je niet hoeft te WETEN hoe je je EEG beïnvloedt, als je wel LEERT hoe je het moet doen. Daar zit de overeenkomst met leren fietsen tot en met complexe procedures als een vliegtuig besturen. Dat we vervolgens wetenschappelijk wél geïnteresseerd zijn in de HOE vraag, spreekt voor zich. En daar is de wetenschap nog niet uit.
    De “specialisten van het CVZ” hebben veel ervaring met farmaceutische studies. Met de door hun gehanteerde criteria kan de gehele nederlandse psychologie wel inpakken, ongeacht de positieve resultaten die in de zorg worden bereikt. Hier heeft de sectie neurofeedback van het NIP hen ook gewezen, maar dit heeft geen invloed gehad op hun standpunt.

  18. Een reactie op dit artikel:
    Allereerst zijn er wel degelijk dubbelblinde studies verricht naar neurofeedback, onder meer: DeBeus (2004, Greco (2004) en Picard (2006. Daarnaast is neurofeedback in de beginperiode door middel van double blind crossover designs getest bij ADHD en epilepsie. Hierbij werd na een aantal sessies het protocol omgekeerd in de “negatieve” richting. Het bleek dat klachten dan ook weer toenamen. Andere studies die buiten het dubbelblinde design ons met waardevolle informatie verschaffen zijn die van Kropotov en Strehl. Kropotov toonde aan dat kinderen met ADHD haperingen hebben in bepaalde taakgerelateerde componenten in het EEG (ERPs) en ook wat betreft reactietijden. In diverse onderzoeken is aangetoond dat ADHD kinderen vertraagde informatieverwerking hebben, dit kan zowel middels ERPs als reactietijden aangetoond worden, deze twee hangen met elkaar samen. Voorts bleek dat door middel van neurofeedback de ERPs genormaliseerd konden worden tot de snelheid en amplitude van leeftijdsgenoten op en rond de locatie die getraind werd met de neurofeedback. Echter bleek dit alleen zo te zijn bij de kinderen die tijdens de neurofeedback in staat waren het EEG daadwerkelijk in de gewenste richting te brengen (meer relatieve beta). De veranderingen waren zowel kwalitatief als kwantitatief significant en fors (nagevraagd bij EEG experts). Dit onderzoek was goed van opzet met een grote groep (meer dan 80). Dit onderzoek doet in zijn eentje al vermoeden dat er meer aan de hand is dan een placebo-effect. Het placebo-effect zou bijvoorbeeld verklaard kunnen worden doordat de verhoging van de beta tijdens de sessies een effect is van de placebo. Bij degene die goed reageert op placebo verhoogd de beta en dit effect verdwijnt direct na de training. Iets wat gezien de specificiteit van de locatie en effect niet erg waarschijnlijk is.
    Echter dit onderzoek staat niet op zichzelf. Strehl toonde iets vergelijkbaars. Alleen de kinderen die buiten de sessies om ook het EEG konden veranderen (SCP : beheersen van corticale activeerbaarheid) waren de kinderen die op gedrags en academische schalen vooruitgingen. De effecten waren na 6 maanden nog hetzelfde, ze gebruikte ook grote groepen.
    Beide studies tonen ook aan dat het beheersen van corticale activeerbaarheid (verhoging van beta of SCP negativiteit) correleren met het wel of niet slagen van de neurofeedback. Voorts komt uit vele studies ook nog naar voren dat ADHD kinderen niet zoveel een aandachtsgebrek hebben, alswel problemen met het reguleren van hun toestand om adaptief te reageren op de omgeving, ze hebben hier weinig controle over. De bovengenoemde studies toonden dat het leren beheersen van EEGcomponenten die correleren met aandacht geven verbeteringen geven bij ADHD. Het zou nog zo kunnen zijn dat er dus wel degelijk een specifiek effect is van de neurofeedback, maar dat het niet uitmaakt welke frequentie er wordt getraind, puur het beheersen van hersenactiviteit geeft verbeteringen of activeert een soort placebo-effect.
    Er zijn door Gruzelier en Egner studies gedaan naar het trainen van verschillende frequenties van het EEG. Er werden verschillen gevonden in veranderingen in ERP componenten tussen het trainen van 12-15hz en 15-18hz. 12-15 hz gaf een verbetering van de reactietijden, maar 15-18hz nog meer, echter bij 15-18hz werden er meer fouten gemaakt, soort speed/accuracy trade-off dus. In ieder geval geeft dit aanwijzingen dat het trainen van verschillende frequenties uitmaakt en dat ze op andere netwerken/mechanismen inspelen.
    Een andere studie van Gruzelier vergeleek SMR (typische ADHD training) met alpha/theta training en nog een derde groep met Alexander techniek. De alpha/theta groep ging kwalitatief flink vooruit op enkele schalen van muzikaliteit. De SMR groep ging slechts een klein beetje vooruit, en de Alexander techniek groep bleef op hetzelfde niveau. Opnieuw evidentie voor het specifieke effect van de neurofeedback.
    Wat betreft het EEG. In de jaren ’60 gebruikte men analoge filters en papier voor de registratie van het EEG. De enige dingen die op deze manier vastgesteld konden worden waren laesies , tumoren en epilepsie. Deze 3 konden als enige aan de hand van een kwalitatieve analyse onderscheiden en gedetecteerd worden. Onderzoekers kregen te horen dat het EEG ruis was en de aandacht ging naar single-cell recordings. Later bleek er toch meer informatie in het EEG te zitten doordat middels digitale filters gebruik gemaakt kon worden van brainmapping en vergelijkingen van groepen en personen met zichzelf onder bepaalde taakcondities. Toch ging de aandacht meer uit naar 3D imaging (fMRI etc.). EEG beleeft nu echter een nieuwe opleving door nieuwe technieken en het feit dat fMRI ed wat betreft de tijdsresolutie beperkingen hebben. Door nieuwe analysetechnieken blijkt er toch heel erg veel informatie in het EEG te zitten. Bijvoorbeeld de lichte beta verhoging die bij sommige taken frontaal ontstaat is nooit kwalitatief waar te nemen, maar toch een consistent gegeven. Zelfs als het waar te nemen is dan moet iemand nog weten hoe dit afsteekt ten opzichte van een normgroep, hierbij komen de databases kijken.
    De American Medical EEG Association heeft QEEG inmiddels erkend als een (mede) diagnostisch criterium voor psychologische aandoeningen. Dit op grond van 13 studies die betrouwbaar laten zien dat QEEG groepen kan onderscheiden. Zo heeft Monastra laten zien dat met een hoge specificiteit en sensitiviteit de ratiowaarde van theta/beta in het EEG kan onderscheiden tussen ADHD en niet ADHD (maar wel eventueel andere psychologisce aandoeningen). Dit theta/beta1 ratio wordt ook erg vaak getraind bij ADHD. Standaard protocol is namelijk om SMR (12-15hz, laag in de beta1 band) omhoog te trainen en theta omlaag.
    Ik ben het niet eens met de beslissing van het CVZ, maar het CVZ heeft niet gezegd dat neurofeedback niet werkt, echter dat het nog niet de door hun gelegde lat heeft bereikt wat betrefct de evidentie. Het CVZ rapport is tot stand gekomen door een paar middagen op google wat rond te klikken. Op deze manier kan er geen goed beeld verkregen worden van de neurofeedback. Zelfs in meer georganiseerde velden waar miljoenen in onderzoek gepompt wordt (anti-depresssiva) zijn discussies over de effectiviteit. Doordat het bij veel proefpersonen is getest is er wel statistische significantie, maar er is niet heel veel bewijs dat het grootste deel van het effect komt door een door bijwerkingen versterkt placebo-effect. Er zijn waarschijnlijk subtypes van depressies, waarbij de ene groep wel goed reageert en de andere niet, gemiddeld gezien is het resultaat magertjes, maar in bepaalde groepen is het goed. Dit is door diverse studies veronderstelt, op grond van EEG waarden kon er in studies een discriminatie gemaakt worden tussen deze groepen en aangewezen worden welke groep goed reageert, met verhoging van de effectiviteit tot 80% (frontaal theta). Iets wat in de neurofeedbackwereld dus allang wordt gebruikt, de klinische effectiviteit van de neurofeedback is dus naar alle waarschijnlijkheid nog hoger dan het effect dat de onderzoeken laten zien op grond van standaardprotocollen.
    Wat me ook opvalt aan de reacties van critici van neurofeedback die zelf betrokken zijn bij ADHDers is het gebrek aan besef wat er dagelijks op de vloer gebeurd in neurofeedbackpraktijken. In de korte periode dat ik zelf met neurofeedback bezig ben heb ik al diverse mensen na een neurofeedbacktraject zonder medicatie verder het leven in zien gaan. Kinderen die niet te houden waren en zelfs bij de hoogste dosering concerta of ritaline in hun leeftijdsgroep veel problemen veroorzaken. Soms al na 15 sessies kunnen ze de medicatie laten staan, waarbij ze dan zelfs beter functioneren dan daarvoor. Het traject wordt dan meestal ook voorgesteld als gigantisch ingrijpend. Terwijl er in feite een puber met tegenzin 20 keer met doppen op het hoofd een film kijkt die feedback geeft. Wetenschappelijk gezien is dit niet relevant natuurlijk. Maar aangezien die lieden zelf in de ADHD wereld betrokken zijn vraag ik me af of ze wel enig besef hebben van dit soort casussen. Zouden ze dat besef wel hebben dan zouden ze logischerwijs naarstig opzoek gaan naar een manier om dit volgens hun dan wonderlijke placebo-effect per direct beschikbaar te stellen voor ADHD-kinderen op een goedkope manier.

  19. Ik kan echt niet telkens op elk detail ingaan, want dan worden mijn antwoorden langer dan het oorspronkelijke Skepterstuk. Met de ca.1000 neurofeedback onderzoeken die ooit gedaan zijn, is het altijd wel mogelijk er een stel artikelen uit te zoeken die uiterlijk de indruk wekken iets voor te stellen. Ik heb ervoor gekozen reviews te gebruiken, de NFB specialisten een top 5 te laten samenstellen, te verwijzen naar de zorgvuldige en vakkundige conclusie van de zorgverzekeraarspecialisten en heb advies gevraagd aan diverse neurologen en neurofysiologen. Daarnaast heb ik gebruik gemaakt van UpToDate: een algemeen erkende gezaghebbende site die per half jaar de stand van medische wetenschap bijhoudt met een evidence review methode.

    De eerste 3 referenties die Verment noemt zijn waarschijnlijk in de Journal of Neurotherapy verschenen en zijn niet in Pubmed of Embase te vinden. De eerste twee worden hier (http://www.help4adhd.org/documents/Neurofeedback_8_Study_Review.pdf) heel kort besproken “This leaves 2 small blinded randomized studies (Orlandi & Greco, 2004; deBeus et al., 2006) with a credible control condition. Neither of these have yet undergone peer-reviewed publication. The deBeus trial is reasonably impressive although details are not yet available, and taken together with the flawed published studies, suggests a moderate effect in at least some patients.” Ik zie in deze studies de erkenning voor de noodzaak van DBR onderzoek voor neurofeedback en het feit dat het uitvoerbaar is. Maar ik zou zelf nooit bewijs willen halen uit studies, die niet door onafhankelijke wetenschappers beoordeeld zijn.

    Verment schrijft “Daarnaast is neurofeedback in de beginperiode door middel van double blind crossover designs getest bij ADHD en epilepsie.” Helaas referenties ontbreken dus niemand kan er iets mee? Het argument: ‘op de werkvloer zien we zulke verbeteringen’ is gewoon een standaardargument van alternatieve genezers,die altijd uitgaan van de eigen ervaring zonder controles.

    Allerlei referenties, zoals Kropotov, Strehl, Gruzelier, Monastra etc. klinken allemaal indrukwekkend maar een goede studie die aan mijn voorwaarden voldoet ontbreekt. Je moet minstens in een grote DBR studie aantonen dat na behandeling èn het gedrag èn het EEG genormaliseerd is. Ook met huidgeleiding als feedback signaal zijn EEG veranderingen aan te tonen en ook typische placebotherapieën zoals acupunctuur, voetreflexologie komen met EEG/MRI claims. Dat staat in het Skepter stuk, en het heeft geen zin om te herhalen. Hoe relevant is overigens de regelmatig terugkerende beschuldiging dat het de neurofeedbackonderzoekers aan financiële middelen ontbreekt, die de farmaceutische bedrijven wel hebben om grootschalig onderzoek te verrichten? In het Skepter artikel eindig ik met de opmerking dat juist het gebrek aan degelijke studies grote bedrijven er van weerhoudt te willen investeren. Ook de (mij bekende) link die Peter Luttikhuizen stuurde, komt niet verder in de conclusie dan dat meer onderzoek nodig is en ook ‘UpToDate’ heeft geen evidence-based informatie over neurofeedback.

    Overigens onderschrijf ik de stelling dat bij veel geneesmiddelen ten minste een deel van de werking op een placebo-effect berust. Ik denk ook dat artsen meer tijd voor de patiënt zouden moeten nemen, beter zouden moeten luisteren, een meer persoonlijke behandeling zouden moeten voorschrijven, beter zouden moeten volgen hoe een behandeling aanslaat etc etc etc. Maar die problematiek staat los van de doelstellingen van Skepsis en moet dus geen verwijt naar Skepsis worden en al helemaal geen argument om zelf in gebreke te blijven.

    Verment schrijft: “De American Medical EEG Association heeft QEEG inmiddels erkend als een (mede) diagnostisch criterium voor psychologische aandoeningen”. Bij de Nederlandse verkeervliegers is de verplichte EEG test onlangs afgeschaft omdat een EEG geen voorspellend diagnostische waarde had voor neurologische aandoeningen. Moeten we geloven dat psychologen nu al meer met een EEG kunnen dan neurologen?

  20. De discussie wordt heel breed getrokken.

    Waar mijn skepsis duidelijk ligt is dat mijninziens neurofeedback wellicht goed kan werken. Maar er worden verschillende manieren neurofeedback aangeboden.

    In wetenschappelijke instituten die op de hoogte zijn van alle nieuwe onderzoeken worden wellicht hele andere resultaten behaald dan bij mensen die in een 3 daagse cursus ook neurofeedback geven.

    En wellicht dat de skepsis van de consument meer richting die vorm van neurofeedback gaat dan naar het wetenschappelijke goed onderbouwde neurofeedback.

    De gedachte dat iedereen zonder opleiding een 3 daagse neurofeedback cursus kan volgen en dan dezelfde resultaten kan behalen als na 40 jaar onderzoek roept op z’n minst vragen op…

    En daarbij dat in nederland de neurofeedback ondernemingen als paddestoelen uit de grond komen en er veel geld aan verdiend wordt roept vragen op.
    en dat overal erbij gezegd wordt dat het nooit een verkeerde reactie kan oproepen. dit terwijl onderzoek wel aangeeft dat je klachten kan verminderen en ook weer oproepen. Dus lijkt mij bij verkeerd gebruik dat je ook een verkeerd resultaat of bijwerkingen kan genereren.

    Neemt niet weg dat neurofeedback naar mijn idee erg veelbelovend is. Vooral als men weet wat je doet en niet niks van adhd afweten en een vorm van error en trial…

    Het gekke van neurofeedback is dat je met name op internet leest verhalen geschreven door de instituten en onderzoeken zelf. Commercie. Sites waar mensen uitgebreid vertellen over langdurig goede en of negatieve resultaten zijn vrijwel niet te vinden.

    En van alles heb je mensen die er slecht op reageren. Al is het maar op een paracetamolletje. dan klinkt het wel erg verdacht als er bij neurofeedback waar je notabene aan je hersenen zit je totaal niks verkeerd kan doen en de eerste de beste buurvrouw die een 3 daagse cursus volgt bij mijn kind met adhd de adhd kan genezen…

    Graag reactie

  21. @ moeder

    Wat betreft het begin van uw bericht : uit het artikel van Koppenaal kan ik eigenlijk niet opmaken dat neurofeedbacktherapie op verschillende niveau’s aan de bevolking wordt aangeboden.
    Volgens mij zegt hij dat uit de gedane wetenschappelijke onderzoeken niet blijkt dat die therapieën, of ze nu steunen op een opleiding korte opleiding voor academisch geschoolden of op een langere voor niet-academisch geschoolden, meer bieden dan een mogelijk prijzige en langdurige placebotherapie. Zou ik zelf een kind met ADHD hebben, dan zou ik op grond daarvan wellicht nog geneigd zijn pragmatisch te denken : nou ja, laat het placebotherapie zijn, als het maar werkt !
    Koppenaal zegt echter ook nog iets anders : “Statistieken over aantallen ontevreden patiënten ontbreken, evenals follow-up die nagaat of de patiënt er in alledaagse omstandigheden baat bij heeft. Iemand kan met vlag en wimpel voor de therapie slagen, maar prikkels als angst, drift of zelfs chocola kunnen de conditionering waarschijnlijk makkelijk doorbreken.” En dat zou ik nu juist willen weten, hoe de therapie uitpakt in het dagelijkse leven, alvorens een geïnformeerde keuze te kunnen maken uit de verschillende therapieën.
    Ik wens u veel sterkte bij de opvoeding van uw zoon of dochter.

  22. waar ik van schrik in het verslag van CVz en ook van het artikel van koppenaal is de stelliheid waar,ee zaken worden beweerd als “geen enkele studie kan aantoenen dat het geen placebo effect is”terwijl juist studies die toch onomwonden laten zien niet worden genoemd. Het lijkt me juister om dit soort artikeltjes schrijvende wat genuanvceerder te zijn en bijvoorbeeld te stellen “ik vond geen aanwijzingen dat”. Ik zei nergens dat er gerefereerd wordt aan studies van prof Elbert uit konstantz of Prof Allen Arizona of de prachtige gezamelijke studie van klimesch en Hanslmayer.
    Slordig ook om te stellen dat feedback middels fMRI geen neurofeedback is. Als je dit soort zaken stelt dan zou je op zijn minst verwachten van een sceptisch iemand dat hij dat onderbouwt.
    Opmerkelijk trouwens ook de verwachting van de auteur dat en neuroloog de deskundige wat betreft een EEG is. swaar wordt dit nou op gebaseerd. ik heb de afgelopen jare veel tijd besteed aan het bijscholen van de met mij samenwerkende neurologen wat betreft ERPs’ennde toegevoegde waarde van statistiek bij het beoordelen van EEG. Het artikel heeft in mijn beleving vanwege de vaak gebrekkige onderbouwing teveel een Verdonkse onderbuiks teneur waardoor er geen uitwisseling van informatie meer ontstaat. Dit neemt overigens niet weg dat ik me ook ongerust maak over het Jomafda kaarakter dat vele NF behandelingen hebben en de enecdotische teneur die er nog vaak van vele onderzoekn naar het effect uitgaat. Ik zou willen voorstellen eens een aantal vaststellingen hier te formuleren over de plasticiteit van het brein en de waarde die dit al jaren heeft in de revalidatie en de veelbelovende onderzoeken in deze bij ziektebeelden als ASS en migraine etc. Niet alleen met het EEG als middel om de electrische activiteit van het brein terug te voeren naar de client maar ook met de fRI als middel om feedback te geven over de electrische activiteit op bepaalde plekken in het brein.

  23. WvdZ stelt dat bepaalde studies weggelaten worden, die “onomwonden” aantonen dat NFB geen placebo effect is. Misschien moet WvdZ het stuk nogmaals lezen en de voorzitter van NIP aanspreken op zijn slechte keuze van top 5 artikelen. Bovendien zou een cursus “evidence based medicine” geen overbodige luxe zijn (www.cbo.nl), want dan zou hij zelf concluderen dat de studies van prof Elbert uit Konstanz en de prachtige gezamenlijke studie van Klimesch en Hanslmayr hier niet aan voldoen. En die studie van Prof Allen uit Arizona wel? Ik zou het niet weten, ik kan deze studie niet vinden in PubMed en Embase.

    Wat is NFB? Ik definieer dat toch duidelijk als EEG-biofeedbacktherapie. Ik kan me voorstellen dat mensen fMRI-biofeedbacktherapie daar ook bij willen rekenen, maar dat is niet gangbaar en wordt niet als therapie aangeboden. Bovendien, wat is dan NFB? Iets wat ingewikkelde signalen op een technische manier meet of valt huidgeleiding-biofeedback er ook onder?

    Weten neurologen meer van EEGs en horen EEGs meer in de neurologische dan in de psychologische hoek? Er zullen vast uitzonderingen zijn, maar tijdens de opleiding neurologie wordt hier meer aandacht aan besteed dan tijdens de studie psychologie. Ook blijft het vreemd dat neurologische afwijkingen moeilijk te screenen zijn en dat EEG specialisten een slechts 80% betrouwbaarheidspercentage halen bij EEG verstoringen. Dan kun je wel roepen dat je het beter kunt, omdat jij aan neurologen bepaalde EEG-opleidingen geeft, maar echte neurologisch gebaseerde EEG verstoringen zijn toch niet moeilijker te herkennen dan psychologische afwijkingen die vaak ook nog eens samengaan?

    Over neuroplasticiteit twijfel ik niet, maar je moet wel “evidence-based” aantonen dat NFB leidt tot correctie van storingen. Dit is tot nu toe niet gedaan; ook niet door Kropotov.

    Overigens is mij nu wel duidelijk dat NFB geen typecursus is…

  24. Interessant, de Richtlijn ADHD op de site van het Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg CBO. Neurofeedback staat er helaas niet in, wel biofeedback en acupunctuur, die bij gebrek aan bewijs voor de werkzaamheid niet worden aanbevolen als standaardbehandeling.

    Vreemd is dan wel weer dat dit instituut (met overheidssubsidie) een aantal publicaties aanbiedt ter verhoging van de kwaliteit van de zorg die geleverd wordt door alternatieve behandelaars : model voor het opzetten van een beroepsprofiel, iets over de van toepassing zijnde wetten, implementatie van veranderingen, gebruikte producten, praktijkvoering, visitaties, etc. Kennelijk gaat men er van uit dat de kwaliteit van de alternatieve zorg via deze wegen verhoogd kan worden, ook al is de behandeling inhoudelijk niet evidence based.

  25. Ik vind dat Dirk een goed artikel heeft geschreven over Neurofeedback, zeker gezien het doel van het artikel: Neurofeedback aan een kritische blik onderwerpen en nagaan of er echt wetenschappelijk bewijs is voor de werking van Neurofeedback.
    Daarnaast is het artikel uiteraard geschreven vanuit “skeptisch” oogpunt.
    Dit allemaal in overweging nemend vindt ik dat Dirk dit objectief en integer heeft gedaan.

    Ik zie hier op dit blog, vele boze reacties van mensen die het niet eens zijn met de stelling dat er geen wetenschappelijk bewijs ten grondslag ligt aan de vaak als evidence based en als therapie gepresenteerde neurofeedback methode.

    Maar beste mensen, laten we eerlijk zijn: er IS geen echt solide wetenschappelijk bewijs dat Neurofeedback werkt. Hieruit volgt dat er geen enkele geldige reden is om klassieke neurofeedback als ‘evidence based’ te presenteren en Zengar NeuroCARE te positioneren als niet onderzocht of bewezen.
    Geen enkele Neurofeedback methode voldoet, ondanks allerlei onderzoeken, aan de criteria van “evidence based”.

    Wat wij allemaal als Neurofeedback Trainers wel weten, uit eigen ervaring in de praktijk, is dat we vele blijvende positieve effecten zien bij mensen die de training hebben gevolgd.
    Dit geldt voor alle methoden, zowel voor de klassieke methoden als voor de nieuwere methoden zoals Zengar NeuroCARE.
    Deze effecten zijn mogelijk dankzij de plasticiteit van de hersenen, het zelfregulerend vermogen en het vermogen om te leren etc.

    Wat betreft het woordje therapie, ook dat is niet helemaal juist gekozen. Neurofeedback is een methode om de hersenen te trainen, met als doel het aanleren van meer “evenwichtige” en meer efficiënte patronen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een bepaalde vorm van feedback ofwel terugkoppeling. Het is een leerproces.
    Ook dit geldt voor alle tot nu toe beschikbare methoden.

    Maar is het nu echt zo belangrijk om wetenschappelijk bewijs aan te voeren en daar heel veel tijd, energie en geld in te stoppen, als de ervaring leert dat neurofeedback in de praktijk mooie resultaten laat zien?

    Is het dan niet veel beter en zinvoller om die tijd, energie en geld te steken in het rechtstreeks helpen van mensen en kinderen, die baat bij kunnen hebben bij deze vorm van hersentraining?

    Warme groet aan allen

    Ineke Peters
    http://www.aine.nl

  26. Mevrouw Peters zegt dat NFT eigenlijk geen therapie mag heten omdat het om een leerproces gaat. Het verminderen van klachten en problemen zoals vermeld op de site van het Zengar-opleidingsinstituut Aine lijkt mij toch echt onder het woord therapie te vallen, al doet de patiënt het meeste werk zelf. Er zullen wel meer therapieën zijn waarbij de patiënt het meeste werk doet. Aine is geaccrediteerd door de grootste erkende (sic) beroepsvereniging ter bevordering van alternatieve geneeswijzen ; ook dat doet mij eerder denken aan therapie dan aan een speciale vorm van onderwijs (die voor kinderen dan gratis zou moeten zijn).

    Mevrouw Peters erkent dat er geen echt solide bewijs is dat NFT werkt. Vervolgens zegt zij dat er geen enkele geldige reden is om klassieke neurofeedback al “evidence based” te presenteren en Zengar NeuroCARE te positioneren als niet onderzocht of niet bewezen. Wellicht heb ik het artikel van Koppenaal niet goed gelezen, maar ik kan nergens terugvinden dat Zengar er bij Koppenaal beter of minder uitrolt dan de andere vier groepen trainers. Zijn overall conclusie is, als ik mij niet vergis, dat geen enkel onderzoek naar NFT onwerkzaamheid als resultaat heeft, maar dat wat er is aan onderzoeken aan alle kanten rammelt. Dit doet overigens bij mij de vraag rijzen : hoe veilig is NFT ? Op de site van Aine staat dat Zengar een zeer veilige methode van NFT is, omdat (o.a.) het diagnose-onafhankelijk is. Ik hoop dat de lezer mij niet kwalijk neem dat de logica hiervan mij ten enenmale ontgaat. Zolang er niet meer bekend is hoe en of het werkt, lijkt mij het woord veilig ietsje voorbarig.

    De hartekreet van mevr. Peters aan het eind van haar bijdrage, het rechtsstreeks helpen van mensen en kinderen die er baat bij kunnen hebben, die deel ik volkomen. Dat zou ik ook graag willen, en iedereen wel, denk ik. Maar moeten we daarbij ons verstand op nul zetten ? De trainingen zijn niet gratis en worden niet vergoed door het ziekenfonds. Aine verkoopt het Zengarsysteem aan ouders van kinderen met problemen. Zo op het oog komt dat neer op iets van ver boven de 5.000 euro (hopelijk elektrisch veilig). Men mag dan toch minstens verwachten dat er enig bewijs van werkzaamheid is. Aine vermeld weliswaar een aantal positieve resultaten op de site, maar dat is een typisch voorbeeld van een slager die zijn eigen vlees keurt. In casu lijkt mij dat volstrekt onvoldoende.

    En dat was toch de strekking van het verhaal van Koppenaal, dat àls er al iets werkt het niet duidelijk is of dat niet gewoon een placebo-effect is en dat “helpen” dan een dure grap wordt ? Waarmee we weer terug bij af zijn, dus Koppenaal kan zijn hele artikel wel weer hieronder plaatsen en dan beginnen we opnieuw.

  27. Peters schrijft:

    “Hieruit volgt dat er geen enkele geldige reden is om klassieke neurofeedback als ‘evidence based’ te presenteren en Zengar NeuroCARE te positioneren als niet onderzocht of bewezen.”

    Ik denk dat het woord ‘niet’ hier teveel is, (zie ook de zin die er op volgt) en dat bedoeld is:

    “Hieruit volgt dat er geen enkele geldige reden is om klassieke neurofeedback als ‘evidence based’ te presenteren, en dat Zengar NeuroCARE te positioneren is als niet onderzocht of bewezen.”

    Het gebeurt wel vaker dat een auteur in een ingewikkelde zin de draad kwijt raakt en een ontkenning te veel of te weing invoegt.

    Misschien heb ik het verkeerd begrepen; in dat geval ben ik het eens met Atsou-Pier dat de desbetreffende opmerking raadselachtig is.

  28. Mevrouw Peters refereert naar commentaar van concurrerende NF therapeuten/leraren op Zengar NeuroCare, dat de klassieke NFB wel evidence-based is en NeuroCare niet. Ik verwijs hier kort naar “De werking van Neurocare-Pro is nog onbegrijpelijker dan de gewone NFT en de andere groepen zien er niets in. Desondanks is men, ondanks herhaaldelijke uitnodigingen van de Neurocare-Pro-groep, niet bereid om vergelijkende studies te doen en de resultaten naast elkaar te houden.”

    Tot op heden kan geen enkel onderzoek aantonen dat welke vorm van NFB dan ook, gegeven door welk instituut dan ook, meer is dan een (te dure) placebo-therapie.

  29. Beste Dirk,

    Binnenkort start op het UMC Nijmegen een dubbelblind onderzoek naar het effect van neurofeedback op ADHD bij kinderen en adolescenten.

    In wiens opdracht dit gebeurt is mij niet bekend. Wellicht zullen de uitkomsten gebruikt gaan worden om te bepalen of deze behandelingen vergoed kunnen gaan worden door de verzekeraars.

    Het onderzoek zal worden uitgevoerd door Martine Boomsma, arts-onderzoeker/ psychiater in opleiding, onder begeleiding van dr. Marieke Lansbergen, psycholoog en dr. D. Slaats, psycholoog van Karakter Nijmegen (www.karakter.com).

    Aanmelden kan op het volgende emailadres: neurofeedback@umcn.nl.

    Bron: http://www.balansdigitaal.nl/sitemanager.asp?oproep=28116

    [persoonlijke opmerkingen verwijderd. redactie]

  30. Prima dat het onderzoek aan de Radboud Universiteit er komt, de kritiek dat er weinig randomized clinical trials RCT’s) zijn klopt. Een bevestiging van de bestaande uitkomsten met deze methode zal de acceptatie verbeteren. Zijn daarna alle voorgaande studies ineens wel waar? De strekking waar ik me tegen verzet in de skeptische discussie is dat iets niet waar is tot er een RCT (of twee, of drie?) is uitgevoerd die het bestaande onderzoek bevestigt. Tot die tijd te spreken van een placebotherapie is gewoon flauw. Dat gaat verder dan alleen skeptisch.

    Het zal duidelijk zijn dat het niet gaat meevallen om kinderen met ADHD 40 sessies lang naar een “krakkemikkig” filmpje (reagerend op hersenactiviteit) te laten kijken, zonder dat er iets verandert.
    En als je een kind met ADHD hebt sta je er echt niet op te wachten om dat te doen, inclusief een jaar follow-up om er dan achter te komen dat je een nepbehandeling hebt gekregen. Dus liever aan de Ritalin, da’s veel makkelijker. Misschien dat Dirk Koppenaal zich daar ook nog eens in kan verdiepen, de effectiviteit van psychotrope medicatie, die valt namelijk her en der ook tegen. Daar valt nog veel meer op te besparen dan op welke therapeut dan ook! Zie ook de info over het toegenomen medicijngebruik bij ADHD op onze site.
    Meta-analyses laten overigens zien dat de resultaten van RCT’s in veel gevallen niet afwijken van andere gecontroleerde studies. Gelukkig komt er nu ook geld beschikbaar voor dit soort studies, vermoedelijk mede omdat er veel studies zijn die vragen open laten. Als er geen ondersteuning was voor de effectiviteit, en geen goede theoretische overweging, dan was de studie aan de Radboud Universiteit er echt niet gekomen!
    Zo, en nu ga ik naar een congres, vertellen over onze gerandomiseerde studie naar het effect van neurofeedback bij dyslexie. Je raadt het al: het resultaat is positief (in dit geval voor spelling) en veelbelovend, er is kritiek mogelijk op de gevolgde werkwijze, en er is nog veel meer onderzoek nodig!

    Rien Breteler,
    EEG Resource Institute
    http://www.eegbiofeedback.nl

  31. Ik denk dat er inderdaad bijzonder weinig ouders zijn te vinden die “voor de wetenschap” over een periode van 35 weken 44 keer een vrije middag op willen opnemen, hun tank vullen en richting UMC rijden voor één verrassing en één boekenbon van tien Euro.

    Gezien de lange duur van het onderzoek en de 50% kans op een placebobehandeling zullen bovendien zowel in de ‘echte’ als in de placebogroep mensen afhaken bij het uitblijven van- of bij tegenvallende resultaten.

    Hoe goed ook de bedoelingen van de onderzoekers, ik zie het somber in.
    Wat rest is een “voor en na” meting zonder placebogroep maar mét controlegroepen met- en zonder (verschillende vormen van) medicatie.

    Indien de resultaten van de behandeling positief zijn moet deze gewoon vergoed worden. De marktwerking zal er vervolgens voor zorgen dat de kosten snel gaan dalen.

  32. @ Peter ten Berge
    Iedere therapie lijkt effectief te zijn als je alleen een voor- en nameting uitvoert, vooral wanneer de cliënten en hun behandelaars er sterk in geloven. Met zulk onderzoek kan iedereen gaan betogen dat de eigen alternatieve methode moet worden vergoed (zelfs Jomanda).

    Je kunt pas vaststellen dat het echt werkt wanneer een geloofwaardige placebobehandeling, die dezelfde verwachtingen wekt, significant minder oplevert. Dat mag je niet van tevoren al aannemen.

    Met mensen die aan een onderzoek meedoen, zou je kunnen afspreken dat ze gratis een echte behandeling krijgen wanneer na afloop blijkt dat ze in de placebogroep zaten en de NFT-groep significant beter heeft gescoord.

    Eventueel kun je het onderzoek ook zo opzetten dat 2/3 een echte behandeling krijgt en 1/3 een pseudobehandeling. Dan hebben de deelnemers meer reden om aan te nemen dat ze echte NFT krijgen, want die kans is twee keer zo groot als nep. (Je hebt dan wel meer deelnemers nodig, want de placebogroep mag niet te klein worden.)

  33. Een RCT is een grote stap voorwaarts, maar geen heilig middel. Naast een correcte uitvoer en juiste statistische methodes moet het uitgangspunt zodanig gesteld zijn dat na het presenteren van de resultaten geen enkele twijfel over de effectiviteit, zoals geclaimd, bestaat. Is de oorspronkelijke vraagstelling: is NFB effectief voor ADHD, dan zal ook niet meer dan dat bewijs geleverd worden. Dat houdt nog steeds in dat de therapie een heel effectieve manier van conditioneren kan zijn, zonder dat daar hersengolven als feedbacksignaal een rol spelen. Misschien houdt het daar op voor NFB therapeuten; er is een effect, wat wil je nog meer? Leuk om te zien of het beter werkt dan een andere therapie. In mijn optiek wordt op deze manier het placebo-effect niet uitgesloten. EN..in deze opzet is een dubbelblinde opzet, essentieel.

    Is de vraagstelling: werkt NFB via terugkoppeling van het EEG, dan zouden naast effectiviteitscores ook EEG-veranderingen meetbaar moeten zijn, die in overeenstemming zijn met de therapie. Met alleen een effectiviteitstudie en stimulatie van andere EEG-patronen ben je er niet.

    De zin “Als er geen ondersteuning was voor de effectiviteit, en geen goede theoretische overweging, dan was de studie aan de Radboud Universiteit er echt niet gekomen!”, lijkt me een beetje waar rook is, is vuur redenering. Hoewel ik zelf van mening ben dat NFB zeker een heel interessante wetenschappelijke kant heeft, zijn universiteiten happig op onderzoek dat geld in het laatje brengt. In mijn studententijd was het AvL blij een onderzoek binnen te halen om te zien of het Moerman dieet zou werken; “kost ons een 50 muizen en wat voer en van de rest van het geld gaan we echt onderzoek doen”, was de redenering. En al die onderzoeken naar homeopathie, acupunctuur, aardstralen etc die aan universiteiten gedaan worden, zijn echt geen bewijs dat er toch meer aan de hand zou zijn. Overigens is er ook een NFB pilot studie aan (en misschien door ?) het UMC-Utrecht gaande.

    Op dit moment lijkt het erop dat NFB-therapeuten alle stoornissen die met hersengebieden te maken hebben met NFB willen bestrijden. Iedereen is in zekere mate te helpen: van psychopaten (Birbaumer) tot dyslexie; SF-schrijvers als Huxley worden op hun wenken bediend.

    Wat de opmerking van Retalin betreft, hier heb ik me al voldoende over uitgelaten. Dus voor de zoveelste maal: dit valt niet onder de doelstellingen van Skepsis en de fout van de een is geen excuus voor de ander.

  34. Hahaha, deze blog wordt steeds leuker! Jammer dat er geen ironie te bespeuren valt in de reactie van Dirk Koppenaal over de theoretische kaders van neurofeedback. Volgens mij is deze exercitie juist begonnen met een zoektocht naar de wetenschappelijke onderbouwing van neurofeedback. Kritiek: geen goede dubbelblinde studies. Wat ik van die kritiek vind heb ik al eerder laten weten. Nu komt zo’n studie er toch en dan worden vergelijkingen getrokken met geld voor 50 ratjes en de rest waarvan we echt onderzoek gaan doen! Zo kunnen we de blog, hoe leuk ook, wel sluiten, want de cirkel is rond: neurofeedback is en blijft placebo, ondanks de wetenschappelijk interessante kanten…Het betreffende onderzoek maakt deel uit van Braingain. Achter Braingain staan, behalve de Radboud Universiteit Nijmegen, de universiteiten van Maastricht, Utrecht en Twente, TNO en een aantal grote en kleine bedrijven, waaronder Philips en Siemens, en patiëntengroeperingen; zie http://www.ru.nl/onderzoek/onderzoekers/in_de_prijzen/vm_prijzen/smartmix/
    Als de onderzoekers dit geld voor andere doelen hebben binnengehaald dan dat ze hebben gecommuniceerd, neem ik mijn hoed voor ze af: ik ben er volledig ingetrapt!

    Rien Breteler

  35. De heer Breteler is kennelijk van mening dat instellingen als universiteiten, internationals etc. garant staan voor onderzoek dat de toets der kritiek kan doorstaan. Doet me een beetje denken aan de gewone man, die vroeger langs de weg ging staan en eerbiedig zijn pet afnam als er een bobo in karos langs kwam. Dat zal hij wel ontkennen, maar toch… Ook de heer Tenhaeff was eens hoogleraar met een zekere faam! En patientengroeperingen? Wat voor indruk zouden die wel moeten maken? En wat had hij dan verwacht op dit forum?
    Hoe meer voorstanders, hoe beter het onderzoek, dat is ook een mogelijke conclusie. Democratie voor alles. De meerderheid heeft altijd gelijk. Als dit geen ironie is…

  36. Wat een vreemde reactie van de heer Breteler.
    1. Ik zeg vele malen dat NFB in de Computer Brain Interface een wetenschappelijke onderbouwing heeft.
    2. Ik waarschuw voor doodstaren op RCT’s. Er zijn goede maar ook veel slechte.
    3. Ik waarschuw voor de stelling “waar rook is, is vuur” en geef wat rook voorbeelden zonder vuur, die voor universiteiten toch interessant zijn.

    Om die waarschuwingen nu uit zijn verband te trekken is flauw. Voor mij geldt dat een studie volledig moet zijn. Maar als er dan een duidelijk positief effect uitkomt, die alle kritiek verstompt, ben ik bijna net zo blij als Breteler en zijn collega’s. Blij, dat er een patiëntvriendelijke manier is om patiënten en samenleving te helpen. Blij, omdat erkenning de basis zal kunnen vormen voor gespecialiseerd vervolg onderzoek, zodat uiteindelijk een behandeling nog efficienter kan plaatsvinden. Blij, dat de NFB pioniers doorgezet hebben. Blij, dat er ook omstreden behandelmethodes zijn, die wel blijken te werken. Ja ik ben dan heel enthousiast, maar op dit moment ook kritisch naar oud en nieuw onderzoek en naar die overenthousiaste onderzoekers, die misschien iets te hard van stapel lopen met hun conclusies. Dat laatste wordt kennelijk niet waardeerd.

    Ik ben nu op vakantie, dus voorlopig geen reactie van mijn kant.

  37. Nog een reactie.
    Ik Quote eerst een reactie van Koppenaal:
    “Het argument: ‘op de werkvloer zien we zulke verbeteringen’ is gewoon een standaardargument van alternatieve genezers,die altijd uitgaan van de eigen ervaring zonder controles.

    Ik had dit voorbeeld helemaal niet vermeld uit wetenschappelijk oogpunt. Het is mijn persoonlijke vermoeden dat critici als Barkley niet weten watvoor effecten neurofeedback klinisch heeft, afgezien van wel of geen placebo-effect. Overigens is de mening van Barkley meen ik al enigszins bijgesteld. Hij stelt nu dat niet het EEG geconditioneerd wordt, maar dat kinderen de toestand leren herkennen van een verlaging van theta. Dus een soort gedragstherapie en dat dit ook zonder EEG zou kunnen. Echter is vaak aangetoond dat gedragstherapie amper werkzaam is bij ADHD. Het is mogelijk, maar mijns inziens niet juist. Dit onder andere gezien klinische waarnemingen waarvan het nog wel even zal duren eer dat bewezen en opgeschreven is (sensorische ervaringen in het hoofd door de neurofeedback). De toekomst zal dit uitwijzen.
    De opmerking die ik plaatste over het grote budget van de farmaceutische industrie heeft ook niks te maken met een vergelijking met het budget van dat voor neurofeedback. Ik wou er mee aantonen dat wel meer dingen gerelateerd aan gedrag en het brein moeilijk te bewijzen en ambigu zijn, ondanks dat er al veel geld in gepompt is.
    Wat betreft die verkeersvliegers. Daarvan werd het EEG kwalitatief gecheckt en bleek dat geen voorspellende waarde te hebben van NEUROLOGISCHE aandoeningen (epilepsie etc.) bij mensen die op dat moment geen tekenen daarvan vertonen (anders kom je niet door de eerste testen).
    We hebben het bij ADHD echter over een psychologische aandoening die zich op dat moment ook openbaart. Bij iemand die het gedragsmatig heeft willen we kijken of het EEG daar ook aanwijzingen voor toont. Bij underarousal kunnen we het brein dan leren om zichzelf beter te activeren. Ook kan het gebruikt worden bij medicatie keuze, bij underarousal kunnen we kiezen voor stimulerende middelen als ritaline. Bij een ander patroon voor bv een anti-epilepticum.
    Waar ik het niet mee eens ben is dat gezien de studieresultaten die er tot nu toe zijn gecombineerd met de observeerbare klinische effecten de neurofeedback onthouden zou moeten worden totdat verdere bewijsvoering gereed is.
    Wel ben ik ermee eens dat er veel beter onderzoek gedaan moet worden, zowel goede dubbelblinde studies alswel onderzoek naar de onderliggende mechanismen. Ik zal hier zelf ook betrokken bij zijn en een hoofdrol in spelen. Van een eerste project waar ik bij betrokken was zullen binnenkort de resultaten getoond worden.

  38. Trekt u zelf -met wetenschappelijk oog- de conclusie of deze alinea gekwalificeerd mag als ‘argumentum ad populum’? (of zal ik het voor u doen?):

    “Als NFT de kwalificatie “evidence-based” waardig zou zijn, zou het na bijna 50 jaar van zijn bestaan een reguliere geneeskunde moeten zijn. Grote bedrijven durven voorlopig nog niet in neurofeedback te investeren en afgelopen november oordeelde het college van zorgverzekeringen negatief over het opnemen van neurofeedback in het zorgverzekeringspakket.”

    Nog zo’n sterk staaltje suggestief proza, hoewel ‘evidence-based’ ook nietszeggend:

    “Er zijn vreselijk veel studies uitgevoerd, maar niet één kan uitsluiten dat het effect op placebowerking berust.”
    ( =? “Er is niemand die kan uitsluiten dat het ontstaan van het heelal op de inspanningen van god berust.”)

    Er is nog veel meer, maar ik denk dat de strekking duidelijk is…:

    Heeft u ook zo’n hekel aan pseudo-wetenschappelijk gebral -type ‘veel geblaat, weinig wol’- vooral als het met een denigrerende toon gebracht wordt?
    De incrowd die uw bias deelt, vreet uw stukjes al schouderkloppend waarschijnlijk voor zoete koek, ik vind u een slecht ambassadeur.

  39. @ kritische noot
    Het is mij niet duidelijk welke “bias” u bedoelt. Gecontroleerde proeven zijn volgens mij juist nodig om partijdige en ongefundeerde oordelen tegen te gaan. Als u dat “pseudowetenschappelijk gebral” noemt, dan begrijpt u nog niets van wetenschap. U lijkt te willen betogen dat het placebo-effect nooit kan worden uitgesloten, maar dat is niet waar. Je kunt een echte behandeling vergelijken met een geloofwaardige schijnbehandeling, zodat de verwachtingen in beide onderzoeksgroepen gelijk zijn. Als de echte behandeling significant meer oplevert dan de schijnbehandeling, dan is het duidelijk dat dit niet aan het placebo-effect te danken is. Zo moet je dat onderzoeken. Of is er volgens u nog een andere methode?

  40. @ “kritische noot”.
    Slikken Uw aanhangers dan niet alles? Vreemd, maar dan zult U ook in eigen kring heel wat te verklaren hebben! Eigenlijk wel leuk dat Uw methoden van onderzoek ook daar onder vuur liggen!

  41. Ik ben het op enige punten met Kritische Noot eens, maar op een wat andere manier misschien:

    “Als NFT de kwalificatie “evidence-based” waardig zou zijn, zou het na bijna 50 jaar van zijn bestaan een reguliere geneeskunde moeten zijn. Grote bedrijven durven voorlopig nog niet in neurofeedback te investeren en afgelopen november oordeelde het college van zorgverzekeringen negatief over het opnemen van neurofeedback in het zorgverzekeringspakket.”

    Pas rond 1984 zijn er studies op wat grotere schaal uitgevoerd bij ADHDers. Tevens hebben veel onderzoeken niet tot doelstelling om te onderzoeken of het effect 100% zeker niet van placebo komt. Zoals zoveel studies in de psychologie werd er gewoon gekeken wat het verschil was tussen een controle groep en een groep die de therapie kreeg. Bijvoorbeeld als een bepaalde groep van de therapie hoorde werd er zo’n studie opgezet.
    Het komt nu bij veel lezers over denk ik alsof er 50 jaar lang intensief onderzoek is gedaan met als poging om uit te sluiten dat het om een placebo effect gaat en dat dit nog steeds niet aangetoond is.
    Pas sinds zo’n 15 jaar is de techniek enigszins handzaam toe te passen door kleinere apparatuur en snellere computers. Ik kwam laatst in een oud neurologie boek (1987) tegen dat de effecten van neurofeedback bij epilepsie goed waren, maar dat de implementatie erg lastig was en dat ze zochten naar andere methoden om dit te doen. Inmiddels kan dit dus goed worden gedaan. Het frustreert mij ook dat er nog geen placebo onderzoeken zijn gedaan (althans gepubliceerd). Met nieuwe computerprogramma’s is dit een stuk eenvoudiger. De placebogroep zal het snel door hebben schijnt de ervaring te zijn, maar het moet toch een keer gedaan worden.

  42. Roland Verment schreef:
    > De placebogroep zal het snel door hebben
    > schijnt de ervaring te zijn.

    De placebogroep zou wel net zoveel positieve feedback moeten krijgen als de verumgroep, lijkt me. Anders heb je inderdaad kans dat proefpersonen snel beseffen dat ze in de placebogroep zitten. Je zou ervoor kunnen zorgen dat het automatisch steeds beter lijkt te gaan, ongeacht wat de proefpersoon doet, of je zou de proefpersoon kunnen leren iets te beïnvloeden dat helemaal niet relevant wordt geacht voor de oplossing van zijn of haar probleem. (Misschien zijn er nog andere mogelijkheden. Ik heb de literatuur niet bestudeerd, in tegenstelling tot Dirk Koppenaal.)

  43. Hallo Rob, ik heb hier wel een oplossing voor ja, dat zul je later wel zien. Meerdere oplossingen zijn mogelijk, niet allemaal zijn ze ethisch verantwoord.

    Maar wat ik bedoelde is dat men ervaren heeft dat de placebogroep snel “door heeft” dat de zogenaamde positieve feedback niks met hun eigen lichaam heeft te maken. Dit bij een placebogroep die wel even vaak als de echte groep feedback krijgt, maar dat op een manier die niet gekoppeld is aan het EEG. Bovendien gaat deze groep niet vooruit in klachten waardoor ze ermee willen stoppen. Tegenwoordig is de feedback veel leuker, men kan bijvoorbeeld een film kijken die feedback geeft. Dus tegenwoordig is het makkelijker dan 20 jaar geleden. De placebogroep zal het makkelijker vol kunnen blijven houden.

  44. RV stelt dat de placebogroep de placebobehandeling door heeft, omdat de klachten niet verdwijnen. De logische conclusie is dan dat de therapie beter is dan de placebotherapie.

    Zoals eerder aangegeven, het probleem met dit soort discussies is dat die conclusie op “ervaring” maar niet op “evidence” is gebaseerd. Tot dit wel het geval is, kan deze discussie eindeloos duren.

  45. Die conclusie is logisch inderdaad, maar op grond van rapportage van mensen die afhaken uit een placebogroep omdat ze het doorhebben kun je niet een publicatie schrijven natuurlijk. Dus die bevindingen zullen niet geraporteerd worden, althans niet op een manier die peer-reviewed is.
    Vandaar dat het op die manier dan mislukt. Maar tegenwoordig zal de placebogroep zich meer vermaken dan uren lang naar een lampje turen dat at random groen wordt, dus wie weet.

  46. @ Rob Nanninga: met uw voorbeeld kunt u de aanwezigheid van een effectieve behandeling aantonen, maar niet het afwezig zijn van een (cataliserend feedback-) effect van suggestie in de effectieve behandeling.

    Laat ik mijn kritiek op Skepsis eens wat nuanceren…

    In het huidige informatietijdperk wint de publieke opinie het steeds vaker van ‘wetenschappelijk redeneren’. Deze ontwikkeling van de brede nuance af vind ik in het licht van individualisering, eclectisme en populisme begrijpelijk, maar niet wenselijk of vanzelfsprekend.
    “Begrijpelijk”, want men beseft zich terdege dat de consensus in ‘de wetenschap’ door de eeuwen heen evolueert. Inderdaad is dit ‘elk feit is een mening of cirkelredenering’-argument een dooddoener en een doodlopend spoor, maar ik zou dit besef niet onbelangrijk willen noemen als je naar nuance streeft.

    Ik vind het belangrijk, omdat ik vind dat een wetenschapper bescheidenheid past; het is ‘bewezen’, totdat het tegendeel ‘bewezen’ is, en dat is weer waar totdat…. Ik heb -de website van Skepsis doorlezend- de indruk, dat deze ’totdat’-bijzinnen voor u minder belangrijk zijn dan dat ze voor mij zijn.

    Bias?: het gaat me om de onderliggende toon.

    quote uit het artikel:
    “Wat u ook mankeert, om het even of het om epilepsie, migraine, whiplash, dyslexie, depressies, burnouts of adhd gaat, neurofeedback helpt u er vanaf!”

    Deze sarcastische toon vind ik niet sceptisch, maar vooringenomen (biased), narrow-minded en populisitisch.

    Crohn, reuma, alvleesklierontstekingen, och, zelfs als uw dikkige lijf een peermodel heeft en u wilt er vanaf….?

    Ja inderdaad, er moet nog heel veel onderzoek gedaan worden naar de nervus vagus en we zijn er op nogal wat universiteiten keihard mee bezig. Er zijn tot nu toe -mede door de bevindingen in de ‘psycho-therapie’- aanwijzingen dat de afgifte van acetylcholine door de nervus vagus met behulp van neuro-therapie, electro-acupunctuur of zelfs een tril-massage-apparaat kan worden ‘getriggerd’.

    Maar, het gaat me om uw toon; ik zou het niet op prijs stellen als op uw suggestieve en denigrerende toon over deze bloedserieuze golf van onderzoek naar de nervus vagus zou worden geschreven.
    Nou is er de gelukkige omstandigheid dat er wél redelijk wat fondsen voor vrijkomen, behalve helaas voor onderzoek naar die neurofeedback-therapie want dat is voor bedrijven en dus voor universiteiten nauwelijks interessant. Juist, hierbij kom ik op uw ‘argumentum ad populum’ waar ik me zo over opwond; bent u zich wel bewust van de wisselwerking tussen publieke opinie, marktwerking, wetenschappelijk bewijs en uw rol als Skepsis in deze wisselwerking? Welke positie vindt u dat u in zou moeten nemen? Heeft de markt gelijk, of het wetenschappelijk bewijs, of werkt de markt het verkrijgen van een bepaald type -het niet lucratieve- wetenschappelijk bewijs tegen? En wat doet Skepsis daaraan?

    Een wetenschapper past wat mij betreft een open blik en bescheidenheid, een tip aan u: durf zelf-kritisch genoeg te zijn om het zwaartepunt van uw wetenschappelijke positie iets te verplaatsen naar het minder veilige ’totdat het tegendeel bewezen is’. Uw zwaartepunt ligt nu een stap achter bij de pionierende wetenschapper -daardoor heeft u ook geen wijdse blik- uw Skepsis trapt de pionier zo af en toe zelfs irritant op de hakken.
    Het komt niet zelden voor dat pioniers hun oor te luister leggen bij ‘de alternatieven’; de liberale, pionierende, nuancerende wetenschapster is gewoon liever de pragmatische en opportunistische eclectiste, dan dat zij de publieke opinie die u probeert te harnassen volgt.

  47. Ik dacht toch echt, dat de bedoeling van Skepsis was het publiek te waarschuwen voor therapeuten die meer beloven dan zij kunnen waarmaken, niet om de publieke opinie te mobiliseren om goedwillende genezers te schande te maken. Waarom is men toch steeds zo gebelgd, als er gepoogd wordt gaatjes te prikken in allerlei (quasi-)geleerd aandoende geneeswijzen die kennelijk alleen de bedoeling hebben geld uit de zak te kloppen van de mensen, uiteraard de goede niet te na gesproken. Alleen hoeven die zich toch niet aangesproken te voelen? Elke wetenschapper krijgt kritiek te verduren, is het niet in de eerste plaats van zijn eigen (sub)faculteit. Een promotie bv. laat dat duidelijk zien.

  48. Als reactie/toevoeging op kritische noot: ik extraheer er onder andere het volgende uit. Vaak merk ik op dat niet bewezen verward wordt met placebo effect/ niet werkzaam/ kwakzalver etc. In een vakblad las ik laatst een kritisch artikel over neurofeedback. In het artikel werd op den duur wel kort geopperd dat het mogelijk werkzaam is, maar nog niet bewezen. Deze mogelijkheid werd echter snel vergeten. De eindconclusie ging over waarom neurofeedback nu zo populair is. Het zou makkelijker zijn dan praattherapie, de belofte is het stoppen met medicijnen, het zou leuk hightech zijn. Niet werd gesteld dat het misschien zou komen doordat het misschien toch effectief is en mensen dit aan elkaar door vertellen.
    Want zo gaat het bij mij in ieder geval. Afgezien van wel of niet placebo, de effecten zijn voor de clienten interessant. Mensen en ouders van kinderen met ADHD vertellen de resultaten aan elkaar door. Dat hun kind bijvoorbeeld gestopt is met medicatie en dat het beter gaat op school, van speciaal onderwijs af etc.
    Het zou in ieder geval een vooruitgang zijn als in zo’n artikel komt te staan dat de mogelijkheid niet uit te sluiten is dat het allemaal een placebo effect is. Nu zie ik zo vaak staan in verschillende bladen, het is een placebo, kwakzalverij, het is waarschijnlijk een placebo, het is zelfs zeer waarschijnlijk dat het een placebo is alhoewel ik verder niks van neurofeedback weet, etc.

  49. “Het zou in ieder geval een vooruitgang zijn als in zo’n artikel komt te staan dat de mogelijkheid niet uit te sluiten is dat het allemaal een placebo effect is.”

    Ik denk dat bedoeld wordt dat het ”allemaal GEEN placebo effect is”. Hierover staat een mooie regel: “Het goede nieuws voor de NFT is dat geen enkel onderzoek uitkomt op het oordeel ‘onwerkzaam’”.

    Ik ben het met RV eens dat placebo nogal magertjes klinkt. In de farmacie heb je dan een echt pilletje en een “niets” pilletje. Of NFB meer doet dan helemaal geen therapie, is niet aan orde, maar wel of het meer is dan een placebotherapie. Ik bedoel dat het EEG signaal niet bewezen is (niet bewezen = zou kunnen, maar er zijn GEEN overtuigende studies). Met de huidige kennis heb mijn twijfels of het hele gebeuren veel meer is dan een vorm van operante conditionering.

    @kritische noot: natuurlijk, een wetenschapper kan heel fatsoenlijk zijn en op eieren lopen om zijn twijfels over de ideeën van de ander genuanceerd te brengen, maar dat is niet mijn ervaring met de huidige wetenschappers en hun discussies. Over NFB wordt veel beweerd; mag dat ineens wel van u? Skepsis probeert mensen te waarschuwen en voor te lichten over onzorgvuldige claims. Natuurlijk kan ik dan, als het braafste jongetje van de klas, voorzichtig mijn vinger omhoog steken en stammelend, bescheiden, ja liefst twijfelend en heel gepast mijn argumenten naar voren brengen. Maar dan had u niet en niemand niet gereageerd! Skepsis/Skepter heeft de wijsheid niet in pacht maar daagt u uit tot en biedt u ruimte aan voor zinvolle discussies. Daarom zou ik u willen vragen om bij het onderwerp zelf te blijven en met kennis van de algemene richtlijnen voor medisch onderzoek, inhoudelijk op het onderwerp zelf in te gaan.

Reacties zijn gesloten.