Sinterklaas in India

Een bezoek aan de ashram van Sai Baba

door Piet Vroon

Sai BabaHet gaat niet zo goed met onze cultuur. Grote ideologieën, godsdiensten en ethische systemen functioneren nauwelijks meer. De samenleving bestaat in toenemende mate uit losse, betrekkelijk richtingloos functionerende personen. Het ligt in de rede dat men dan ook op een individualistische manier achter individuen aan gaat hollen. Meestal is dat iemand uit India omdat in dat land achter elke boom een goeroe is te vinden. Een van de belangrijkste goeroe’s op dit moment is de ‘godmens’ Sathya Sai Baba.

Het Indiase denken is in de vorige eeuw geïntroduceerd door Schopenhauer, daarna verschenen Krishnamurti en de theosofie – een organisatie waarvan Krishnamurti zich overigens al spoedig distantieerde. Vervolgens betrad Maharishi Mahesh Yogi met zijn Transcendente Meditatie het toneel (hij verblijft thans in ons land). Bhagwan nam het vaandel over en tegenwoordig wordt veel aandacht getrokken door Sathya Sai Baba. Zijn aanhang buiten India wordt geschat op 50 miljoen mensen.

Mijn partner Mirjam Bindels en ik hebben in november 1992 een zesdaags bezoek aan zijn kwartieren gebracht. Deze reis is gemaakt op verzoek van de Interkerkelijke Omroep Nederland (IKON) die een televisiedocumentaire over Baba ging maken. Het was aanvankelijk de bedoeling dat vertegenwoordigers van verschillende wetenschappelijke disciplines mee zouden gaan. Dat is niet gebeurd. Volgens de producer van de film hadden de uitgenodigden geen zin; één van deze personen zei ons dat hij wel degelijk wilde gaan, maar dat de omroep van zijn deelname afzag wegens een ‘te kritische houding’.

In India zijn wij met de filmploeg in aanvaring gekomen omdat onze ervaringen en interpretaties heel anders waren dan de hunne. Zo heeft de omroep volgens ons hoegenaamd geen journalistiek onderzoek in India gedaan en zich laten leiden door enkele hoge lokale functionarissen die hun status en inkomen aan Baba te danken hadden. Daarnaast werd een belangrijke rol gespeeld door een Nederlandse aanhanger van Baba, drs. M. Messing, en door de Amerikaanse psychiater Sam Sandweiss, een invloedrijke devotee die Baba tientallen malen heeft bezocht en de auteur is van enkele bekende boeken over Baba. Voorts wenste de filmproducer het door ons ter beschikking gestelde en zeer kritische boek Avatar of Night van J. Brooke (daterend uit 1976) niet te lezen; hetzelfde gold voor een kritisch artikel in Skepter en voor een bijdrage in een blad voor goochelaars. In India zelf boog de producer letterlijk voor Baba in het stof, en waar mogelijk streelde hij zijn hand, zeggende: ‘swami is always right’.

We geven een verslag van onze bevindingen, conform een van de aanbevelingen die aan Baba worden toegeschreven: ‘Be what you profess to be, speak what you intend to do, utter what you have experienced, no more, no less’. We hadden ons intensief op deze reis voorbereid (veel lezen, praten met mensen die Baba bezocht hadden, videobanden bekijken enzovoort). Wij hielden zelfs rekening met de mogelijkheid dat wij in contact zouden komen met een in extreme mate paranormaal begaafde figuur. Het ‘vooroordeel’ was dus positief.

Zingen toegestaan

In het zuiden van India ligt het dorpje Puttaparti waar Sai Baba in 1926 werd geboren. Het plaatsje bestaat voor een belangrijk deel uit krotten, modderkuilen, armoede en open riolen. Tegen het dorp aan is een ashram gebouwd, Baba’s heiligdom. Baba wordt beschouwd als een avatar, een incarnatie van het goddelijke bewustzijn, ofwel geen gewoon mens maar een regelrecht goddelijke manifestatie. Zo’n avatar weet alles en is almachtig. Ze moeten worden beschouwd als incarnaties van Vishnu; eerdere voorbeelden zijn Krishna en Boeddha. De taak van een avatar is de mensheid weer op het rechte pad te brengen als verwarring is ingetreden.

Baba heeft zichzelf al lange tijd geleden tot avatar uitgeroepen. Het verschil tussen hem en Jezus – die geen avatar is omdat hij niet in India is geboren – wordt tot uitdrukking gebracht in het ‘museum’ op het terrein van de ashram. Er is een verdieping ingeruimd waar uiteen wordt gezet dat er vijf wereldgodsdiensten zijn. Daarboven heeft men een complete etage voor Baba ingeruimd. De boodschap is dat hij alle godsdiensten in zich verenigt.

Er zitten grofweg drie kanten aan Baba’s gedrag. Hij beweert dat de oude veda’s of heilige geschriften in ere hersteld moeten worden – iets waar op moreel niveau niemand in principe slechter van wordt. In de tweede plaats heeft Baba het nodige bewerkstelligd op het gebied van de bouw van scholen, een ziekenhuis en zo meer. Ook dat valt in hem te prijzen. Ten slotte doet Baba de hele dag door ‘wonderen’ in de vorm van het ‘materialiseren’ van ‘heilige as’ (vibuthi) alsmede ringen, horloges, beeldjes en wat niet al. Die kunstjes maken verhoudingsgewijs weinig indruk op Indiërs, maar des te meer op mensen uit westerse landen.

Baba komt nooit in het dorp. Hij laat zich zo nu en dan naar zijn vestigingen rijden in een rode Mercedes of in een van de drie van kogelvrije ramen voorziene Amerikaanse auto’s die hem zijn geschonken. Zijn ashram is omgeven door een witte muur, onderbroken door ijzeren poorten. Op het terrein wordt de dienst uitgemaakt door honderden geüniformeerde bewakers van beide seksen, wat tot op zekere hoogte natuurlijk nodig is. Er is een aantal eenvoudige flats gebouwd waar de devotees voor een gering bedrag kunnen verblijven. Velen van hen moeten echter een onderkomen zoeken in grote schuren. Dat is geen pretje: wegens tropische kwaaltjes brengt menige bezoeker de nacht al rochelend, kotsend en poepend door.

In het midden van het gebied staat een aantal gebouwen, wit, rose en lichtblauw geschilderd, en rijkelijk voorzien van ornamenten en beelden. Het geheel maakt een nogal protserige indruk, maar dat is een kwestie van smaak. Toegangswegen zijn omzoomd door platen zwart marmer met uitspraken als ‘God is liefde, leef in liefde’ en ‘Mijn macht is onmetelijk groot, mijn waarheid is niet uit te drukken’.

Het spreekt bijna vanzelf dat in de ashram roken, alcohol drinken en niet-vegetarisch eten verboden zijn. Op sociaal niveau is de boel tiptop geregeld. Niet alleen de bewakers lopen in uniform, dat geldt tot op zekere hoogte ook voor de bezoekers. Vrijwel alle lichaamsdelen moeten bedekt zijn. De mannen zijn veelal gekleed in witte pakken die door plaatselijke kleermakers worden gefabriceerd, vrouwen dragen een sjaal die de contouren van hun borsten aan het zicht onttrekt. Daar blijft het niet bij. Mannen en vrouwen moeten in principe apart slapen (ook vaste stellen die niet getrouwd zijn), en een aantal paden of straatjes mag alleen door mannen of door vrouwen worden gebruikt. Wie zich vergist, wordt door de bewakers op de juiste weg gewezen. In de loop van de avond sluit men het kamp hermetisch van de buitenwereld af, en wie het in z’n hoofd haalt – zoals een van ons – om na tienen een ommetje te gaan maken, kan verwachten dat vier bewakers hem met geweld terug naar zijn slaapplaats voeren. Wel is het toegestaan om ‘s nachts vanaf kwart voor vier collectief te gaan rondlopen en liederen ter ere van Baba ten gehore te brengen.

Om nog iets in het gewelddadige vlak te noemen: in naam van Baba’s liefdevolle predikingen werd een bedelaar die in het bezit was van een eetbon bij de kantine uit de rij geslagen en buiten het kamp gezet. Wij konden moeilijk de neiging onderdrukken, bij dit alles aan Lager Saihausen of zoiets te denken; voor een Nederlandse arts die met ons meereisde waren dergelijke ervaringen aanleiding, de ashram vroegtijdig te verlaten.

Een pot vol as

Twee maal per dag is er een darshan, wat zoiets betekent als ‘God zien’; een Indiase zegsman duidde deze gebeurtenis aan als ‘the show’. De gelovigen zetten hun schoeisel op straat en gaan op aanwijzing van de bewakers in rijen op een veldje zitten. (Het advies luidt op slippers te gaan, want schoenen worden vaak gestolen.) Daarna worden zij tot het belangrijkste plein, een soort heilige der heiligen, toegelaten. Men gaat dicht opeengepakt muisstil zitten, mannen en vrouwen ver van elkaar. Dan schrijdt Baba naar buiten. Hij schuifelt wat rond, maakt hier en daar een opmerking en neemt brieven aan. Dat laatste wordt soms gevolgd door het produceren van heilige as. Hoewel wij herhaaldelijk tamelijk dichtbij zaten, leek het gebruik van een optisch hulpmiddel nuttig.

Onze verrekijker – die met afschuw door de toegewijden werd bekeken – suggereerde bij herhaling dat Baba deze substantie in één van zijn handen (meestal links) in de vorm van bolletjes of plakjes mee naar buiten neemt. Vervolgens pakt hij brieven aan. Op een gegeven moment ordent hij de brieven met beide handen, brengt de substantie eventueel over naar zijn rechterhand, verpulvert een bolletje en strooit het spul in iemands handen. Ook op video-opnamen is dit herhaaldelijk te zien. Bovendien zit er waarschijnlijk heilige as in zijn mond; de meester haalt het eruit als hij zijn mond afveegt, wat tijdens darshan opvallend vaak gebeurt. Toen Baba één van ons met kijker en al vlak voor zich waarnam terwijl hij zo te zien de as van de ene hand naar de andere overbracht, maakte hij met een boos gezicht rechtsomkeert en ging naar binnen.

Een tweede scenario is het volgende. Als Baba met twee overduidelijk geopende handen en gespreide duimen naar buiten komt, neemt hij brieven aan, en hij produceert dan eventueel alleen wat vibuthi vanuit zijn mond. Als hij bovendien onder die omstandigheden zijn mond niet afveegt (wat wij één keer hebben waargenomen), wordt er helemaal geen as uitgedeeld. Het is vanwege deze grappen invoelbaar dat het gebruik van (video)camera’s tijdens darshan is verboden.

Men zou Baba kunnen ontmaskeren door als hij naar buiten komt zijn linkerhand en zijn mond te inspecteren en door de stoel in zijn interviewkamer te onderzoeken. Eén van ons heeft de eerstgenoemde actie overwogen, maar daar wegens levensgevaar van afgezien. Een tweede mogelijkheid is zojuist al aangegeven. Bezoekers kunnen gaan turven aan de hand van de volgende voorspelling: er wordt geen vibuthi geproduceerd als Baba’s handen open zijn (met inbegrip van gespreide duimen) en als hij zijn mond niet afveegt.

Een ‘wonder’ dat Baba thans niet meer verricht, is het volgende. Eén keer per jaar stak hij zijn hand en onderarm in een omgekeerde pot. Een roerende beweging leidt ertoe dat uit deze pot een grote hoeveelheid vibuthi stroomt. Er zijn aanwijzingen en er is zelfs een enkele getuigenis dat de binnenkant van de pot vooraf wordt besmeerd met een laagje vibuthi gemengd met water. Na indroging brengt men een nieuwe laag aan, en dat een aantal malen achter elkaar. Schrapen in de pot heeft tot gevolg dat de as loskomt. (Zie het boek Miracles are my visting cards, Century, Londen, 1987, van de IJslandse psycholoog E. Haraldsson.)

‘Hubband, hubband?’

Baba’s gedrag tijdens darshan is niet altijd even fijnzinnig. Als iemand hem een zakdoek aanreikt zodat hij zijn gezicht kan afvegen (en heilige as uit zijn mond kan halen?), smijt hij die na gebruik gewoon op de grond. Hij komt afspraken zelden of nooit na, en vrouwen worden in het algemeen op een beledigende manier behandeld. Verreweg het merendeel van de mensen die Baba een ‘interview’ geeft is (volgens ons) man. De IKON gaf Baba een voorvertoning van een eerder gemaakt filmpje, maar de vrouw die het geluid had gemaakt mocht daar niet bij zijn. (Het filmpje werd overigens door Baba ‘afgekeurd’, onder andere omdat zijn dubbele onderkin zichtbaar was.) Na eindeloze ellende mocht de cameraman enkele malen tijdens darshan met Baba meelopen, maar het geluid diende later onder het tafereel te worden ‘gesneden’: de vrouw mocht opnieuw niet mee. Na darshan nodigt Baba vaak een aantal mensen uit voor een persoonlijk gesprek. Dat zijn merendeels westerlingen, want aan Indiërs valt doorgaans weinig te verdienen (op tal van plaatsen in de ashram worden de bezoekers aangespoord tot het storten van ‘donations’ ten behoeve van de Sri Sathya Sai Central Trust). Enkele van de aanwezigen worden vergast op een ring, een ketting of een horloge. Volgens ons – dat dat zei een van ons ook ter plekke – doet Baba dat door voorwerpen met zijn ene hand tussen de stoelkussens of van achter een vaas met plastic bloemen weg te plukken en ze al dan niet naar zijn andere hand over te brengen. De ‘gematerialiseerde’ objecten zijn op lichaamstemperatuur.

Baba propageert een onderwijssysteem waarin ‘science’ wordt gecombineerd met ‘spirituality’, maar wat hemzelf betreft maakt hij een scherp onderscheid. Zo weigert hij in een laboratorium onderzocht te worden. De verklaring daarvan ligt wat ons betreft voor de hand: onder die omstandigheden valt hij door de mand. Zo is ook te begrijpen waarom goochelaars, als zij zich bekend maken, de toegang wordt geweigerd.

De waarde van de voorwerpen, die niet zelden door huilende mensen in ontvangst worden genomen, hangt af van de status of kaste van de ontvanger en varieert (naar Indiase maatstaven) tussen 5 en 100 gulden. Baba zei ooit in een interview dat hij deze objecten uit het niets schept. In een boek van W.G.J. van Dijk (Bevrijding komt niet uit de hemel vallen, Ankh Hermes, 1992) staat een ander verhaal: Baba zou ‘putten uit bestaande voorraden’ en objecten via ‘apport’ te voorschijn brengen, wat wil zeggen dat zij bliksemsnel en langs paranormale weg van de ene plek naar de andere worden gebracht. Volgens onze observaties omvat deze afstand nul centimeter.

Het gevoerde gesprek bestaat hoofdzakelijk uit een in primitief Engels vervatte, neuzelende monoloog over het hart dat het moet winnen van het verstand (‘science not good, heart good’). Dat gespreksniveau is begrijpelijk gezien het feit dat Baba nauwelijks scholing heeft genoten. ‘Hubband, hubband?’, vroeg Baba aan een Nederlandse vrouw. ‘I have no husband’, luidde haar reactie, waarop Baba reageerde met: ‘need hubband’. Een jongeman, gekleed in het dunne witte uniform, had een foto in zijn zak gestoken. Baba vroeg of hij een foto bij zich had, een uitspraak die als een teken van ‘helderziendheid’ werd beschouwd. Later bleek dat de contouren van de foto van buitenaf te zien waren.

As en foto’s

Ook Baba’s op schrift gestelde conversaties met anderen zijn onthutsend. Zo beweert hij dat de mens 21.600 keer per dag ademhaalt en bovendien dat het aantal ademhalingen voor elk menselijk leven is vastgelegd. Hij raadt iedereen derhalve aan zich niet te veel in te spannen en/of aan yoga te doen, want anders ga je vroeg dood. Een andere onzinnige mededeling is dat alleen een breuk van de negende tot de twaalfde wervel tot verlammingsverschijnselen leidt. De in het Engels door Baba geschreven brieven, die in gereproduceerde vorm wijd verbreid worden, berusten volgens onze informatie eveneens op bedrog: Baba kan geen Engels schrijven, en ook met het Sanskriet is hij niet vertrouwd. Ten slotte vinden wij het verdacht dat de deur van Baba’s interviewkamer van maar liefst vijf sloten is voorzien en dat hij dagelijks eten krijgt van zijn zuster die in het dorp woont. Mogelijk voorziet zij hem ook van gebakken as en bijouterieën, aldus een zegsman.

Twee spectaculaire vormen van bedriegerij zijn de volgende. Op ongeveer 250 km van Puttaparti bevindt zich een huis dat is gewijd aan een geestverwant van Baba, Shirdi Baba die in het begin van deze eeuw stierf en die in grote delen van India als een weldoener wordt vereerd. Het pand fungeert als een weeshuis waarin een stuk of tien kinderen onder primitieve omstandigheden verblijven. In een kamer is een heiligdom ter ere van Sai Baba en Shirdi Baba ingericht. Er bevindt zich een enorm aantal foto’s van met name Sai Baba. Een rij prenten staat op de grond, achterover gekanteld tegen een plank. In het midden pronkt een grote, ingelijste jeugdfoto van Baba die, met uitzondering van het gezicht, vrijwel helemaal is bedekt met dikke klodders heilige as. Zodra je de as aanraakt, valt zij van het glas. Baba zou de as iedere zondag op wonderbaarlijke wijze van grote afstand aanvullen. De bezoekers kunnen er een beetje van krijgen, in ruil voor een gift aan het weeshuis.

Op ons verzoek was een jongeman bereid het koperen hekwerk, dat de bezoekers op enige afstand moet houden, te openen. Zo konden we de foto minutieus bekijken. Dat er gefraudeerd werd, was ‘fysisch’ overduidelijk. De foto is als enige aan de bovenzijde opgehangen met een primitief scharnier bestaande uit twee spijkers en gewonden ijzerdraad. Die ‘scharnier’ is duidelijk vaak gebruikt. Verticaal op de bovenzijde van de lijst zit een spijker en in de plank is daarvan een afdruk te zien. Die ontstaat als je de foto in horizontale positie brengt. Op zondagmiddag wordt de foto, aldus een zegsman, opgetild en ingesmeerd met een mensel van as en water. Het spreekt vanzelf dat niemand dan in die ruimte mag komen. Een dag later is de as ingedroogd, en laat de beheerder de foto weer voorzichtig zakken. (We hebben deze procedure thuis met van Baba ontvangen vibuthi nagebootst: hij werkt perfect.)

Voorts berust de aanhang die Baba zowel in India als elders heeft, voor een deel op de volgende truc, ontdekt door de Indiase onderzoeker B. Premanand (een man die de Baba-organisatie overigens lang geleden ook heeft beschuldigd van de smokkel van goud en edelstenen alsmede van belastingontduiking.) Baba geeft regelmatig portretten van zichzelf weg, achter glas gevat in een aluminium lijst. Zo nu en dan verschijnt op de lijst wat witgrijs poeder, een verschijnsel dat door de bezitters van de afbeelding als een wonder wordt beschouwd. De achtergrond hiervan zou echter zijn dat het aluminium vooraf is behandeld met een kwikverbinding. Als de lijst met een vochtige doek wordt schoongemaakt, ontstaat na korte tijd aluminiumoxyde dat voor vibuthi wordt gehouden. We spraken met enkele Amerikanen die juist door deze ervaring in Baba bleven geloven. Natuurlijk kan dit effect zich maar enkele malen voordoen omdat de kwikverbinding opraakt. Dat is ook precies wat er gebeurt: na enkele ‘ervaringen’ zeggen de aanhangers dat Baba zich niet meer aan hen manifesteert omdat hij voldoende ‘bewijs’ heeft geleverd.

Op zijn 67ste verjaardag, kort na ons vertrek, is Baba overigens door de mand gevallen. De meester schonk een plaquette aan een architect en gaf hem even later een uit het niets te voorschijn gehaalde gouden ketting. In de montagekamer ontdekte een Indiase cameraman dat de ketting onder de plaquette door werd aangegeven door een assistent. De Baba-organisatie heeft alles in het werk gesteld om te voorkomen dat deze film is uitgezonden (wat inderdaad niet is gebeurd) en om ervoor te zorgen dat geen foto’s in de krant zouden werden geplaatst. Een kopie van de film en exemplaren van de krant zijn echter in circulatie gebracht.

‘Baba is big…’

Baba gedraagt zich als een geweldige narcist, maar hij is bovenal een handige zakenman en een goochelaar. Hij heeft een systeem van leugen en bedrog tot stand gebracht en houdt dat in stand met behulp van sociale controle, gebaseerd op het kastensysteem. De vele mensen die op de een of andere manier de kost aan hem verdienen, doen hun werk op basis van een zwijgende samenzwering; niemand heeft er belang bij om te vertellen hoe de vork in de steel zit. Een handige zet is bijvoorbeeld dat de bewaking elke maand gewisseld wordt, zodat bewakers zich niet kunnen ‘inwerken’. Waarschijnlijk heeft Baba slechts enkele vertrouwelingen en weet de grote massa van zijn medewerkers zo goed als niets.

Het personeel is voorzichtig en bang. Een aantal mensen die ons na lange gesprekken onafhankelijk van elkaar vertelden hoe de vork in de steel zat (‘Baba is big, Baba is a big liar too; the vibuthi goes from one hand to the other’), vroegen met nadruk hun identiteit niet te onthullen, ook niet in Nederland.

Omdat ook rijke bezoekers en invloedrijke vertegenwoordigers van andere naties vaak ziende blind zijn, worden er enorme bedragen op de rekening van Baba gestort. Met behulp van dat geld werd onder andere een ziekenhuis gebouwd dat eind 1992 door Baba werd geopend. Volgens een Indiase krant worden in het ziekenhuis gratis (!) onder andere hartoperaties uitgevoerd, maar tegelijkertijd ontbreken in de wijde omtrek de meest elementaire medische voorzieningen. Er lopen tienduizenden mensen rond met vergroeiingen van het gebit, wervelkolom en ledematen omdat het drinkwater veel te veel fluor bevat. Die stof kan met een eenvoudig filtersysteem worden verwijderd en de regering en UNICEF hebben fondsen verschaft om negenduizend dorpen daarvan te voorzien. De medewerkers van Baba beweren dat hun goeroe dit project voor zijn rekening heeft genomen, maar volgens onze informatie heeft zijn organisatie als onderaannemer in opdracht van de regering slechts twee of drie installaties aangelegd.

Iets dergelijks geldt voor Baba’s school en universiteit: ook deze instellingen staan onder verantwoordelijkheid van de regering, en Baba is niet veel meer dan een uitvoerder en financier van de plannen. Bovendien moeten de Indiërs – in tegenstelling tot wat functionarissen daarover zeggen – dik voor dat onderwijs betalen. Kort geleden legde de organisatie ook een fors vliegveld aan; het contrast tussen die voorziening en de open riolen in het dorp is hoogst pijnlijk.

Dat Baba de zaak beduvelt en dat hij de lokale infrastructuur vooral ter ere van hemzelf verbetert is in zekere zin zijn goed recht, maar dat kan allemaal dankzij de goedgelovigheid van zijn (westerse) volgelingen. Talloze verhalen berusten op onzin. Zo vertelde iemand dat de muren van zijn huis na een verblijf bij Baba gedeeltelijk bedekt waren met heilige as. Een verklaring die ons in India werd gegeven is dat in een heet en vochtig klimaat nu eenmaal snel groeiende schimmels voorkomen die op die as lijken.

Als een genezing slaagt, is dat de genade van Baba, als herstel uitblijft, heeft de persoon last van zijn ‘karma’ en vooral van ongeloof. Desgevraagd wist een Amerikaanse dame te vertellen dat een kennis van haar dan wel niet door Baba was genezen van kanker, maar dat hij in ieder geval vredig in de ashram was gestorven. Ook dat was een wonder. Een Nederlander maakte ons attent op een ander mirakel: een foto van zijn zoon en diens verloofde was opeens bedekt met een dun laagje as. Een paar uur later vertelde de zoon dat hij dat waarschijnlijk zelf had veroorzaakt door met een paar zakjes heilige as te gooien.

Het proces van mystificatie gaat in Nederland gewoon door. We spraken met een vrouw die bij een auto-ongeluk één oog verloren had en een oog zwaar beschadigd. Op bezoek bij Baba vroeg hij naar haar oog. Dat verbaasde de vrouw zeer. (Waarom? Het is ongewoon dat iemand een glazen oog heeft en voor het andere oog een sterk brilleglas.) Na enkele maanden bleek haar gezichtsvermogen – dat wisselde tussen 30% en 50% – tot 60% te zijn gestegen. Zij beschouwde dat als een wonder.

Sho hum

Voorts kleven er gebreken aan door Baba ‘gematerialiseerde’ voorwerpen. Baba wenst onvolmaakte mensen onvolmaakte objecten te geven, zegt men dan. Zo zat in het kruishout van een ‘gematerialiseerd’, zogenaamd 2000 jaar oud kruisbeeldje een gat, net als bij de hangers die men voor enkele guldens in India op de markt koopt.

De meest alledaagse dingen werden geïnterpreteerd als een teken van Baba. Regenbuien bijvoorbeeld, vaak kortdurend in deze streken, zouden door Baba tijdens de ‘show’ worden tegengehouden. Door dan weer een paar minuten eerder, dan weer wat later naar buiten te komen is dat echter gemakkelijk te manipuleren. En regende het toch, dan was Baba zo weer naar binnen, of, nog erger, natte devotees ontkenden dat het geregend had.

De leden van de aangestipte filmploeg waren bijna allemaal ‘in Baba’. De dame die verantwoordelijk was voor het geluid, had bij een eerdere gelegenheid een ring van Baba gekregen ter waarde van een tientje. Langzamerhand was het ‘goud’ er afgebladderd, wat bij zo’n prijs ook te verwachten is. Zij liet haar onvrede daarover tegenover Sandweiss blijken. Hij liet weten dat Baba haar als een slecht mens een slechte ring had gegeven die echter via een afbladderingsproces bezig was, haar kwalijke ‘karma’ over te nemen. Zij moest Baba daar heel dankbaar voor zijn.

De producer van de film had bij een eerdere gelegenheid een ring van Baba ontvangen die volgens hem perfect paste. De onderkant van de ring was echter voorzien van plakband omdat hij veel te ruim was. Niettemin hield de eigenaar staande dat de ring de juiste pasvorm had. Sandweiss beweerde dat wij vanwege onze observaties en alternatieve verklaringen te lijden hadden onder een ernstige vorm van ‘lack of faith’, dan wel wel van ‘projectie van ongeloof’.

Wij vonden het niet gemakkelijk om onze tijd nuttig te besteden. Het enige dat je in het kamp kunt doen is twee keer per dag naar ‘de show’ gaan. Eén van ons legde dat voor aan Sandweiss, en die vertelde: ‘I know that almost all the promises that have been made to you are broken. This makes part of a great plan swami has with you. You know too much. Swami wants to break your ego and your mind by isolating you from everybody and everything. Stop writing books, meditate as much as you can on the mantra sho hum, and when you are back in Holland, realize that you are nothing and that swami is everything. Sit in your room, do not leave the ashram and just think of him. Possibly he will once give you a spark of hope’.

Toen wij de ashram wegens ernstige verveling en wrijvingen met de filmploeg voortijdig verlieten, deelde Sandweiss mede dat het ‘drama’ daarmee nog niet over was; Baba zou zich op een andere manier nog wel aan ons kenbaar maken en door volledige overgave moesten wij daarop voorbereid zijn.

Men kan het gedrag van Baba’s volgelingen verklaren als ‘perceptuele deprivatie’ die leidt tot een ‘attitudeverandering’. Je verkeert in een vreemd land. Je individualiteit wordt door het uniform aangetast. Je mag niet roken, drinken of vlees eten. Rondlopen is op allerlei tijdstippen verboden. De meeste bezoekers hebben nauwelijks een eigen gebiedje of territorium en alles en iedereen is gericht op darshan. De verveling zorgt ervoor dat je je slechts op elkaar en op Baba kunt concentreren. Op die manier ontstaat iets dat men als een collectief waanidee kan aanduiden. De gang van zaken in de ashram doet denken aan artikelen die Amerikaanse psychologen in de jaren vijftig hebben geschreven over de optimale inrichting van krijgsgevangenenkampen: door de geschetste maatregelen te nemen kan inderdaad gemakkelijk een ‘attitudeverandering’ ontstaan. (Later bleek dat deze via debriefing vaak ongedaan kon worden gemaakt, maar dat gebeurt niet met aangangers van Baba die zich in eigen land bij geloofsgenoten voegen.)

Gouden vrucht

Wie iets van Baba gedaan wil krijgen, moet tijdens darshan een briefje omhoog houden en hopen dat hij het aanneemt en leest. De notities en schriftelijke klaagzangen van de producer werden echter herhaaldelijk door Baba genegeerd, zodat de televisieploeg aan willekeur was overgeleverd en niet vrijuit kon filmen. Zo kwam een man die had aangekondigd dat hij zou vertellen hoe Baba ooit de maan uit het zwerk plukte, niet opdagen. Baba had geen toestemming verleend.

Na eindeloze ellende en een in de soep lopend draaiboek, mocht de filmploeg eindelijk achter Baba aan lopen. Hij gaf echter niet het uitdrukkelijk toegezegde interview voor de camera. Dat gold ook voor het beloofde gesprek onder vier ogen dat ik met hem zou voeren. De president, overgevlogen naar het nieuwe vliegveld om een deel van het – voor Indiase begrippen – luxueuze ziekenhuis te openen, weigerde eveneens een toegezegd interview. De verklaring van één van de vele Indiërs die we hebben gesproken was dat de regering heel goed weet hoe het systeem werkt, maar dat ze de situatie tolereert omdat Baba voor veel buitenlandse valuta zorgt, waarvan velen leven. Laat hem zijn ziekenhuis bouwen, maar een interview voor de camera waarin Baba wordt geprezen gaat de president te ver. Een tweede motief voor de lankmoedige houding van de overheid is volgens onze informatie dat Baba de verdraagzaamheid stimuleert door te zeggen dat alle wereldgodsdiensten elementen gemeenschappelijk hebben.

Baba heeft een grote aanhang omdat Indiërs hem beschouwen als een incarnatie van Shirdi Baba, een man die in hoog aanzien staat. Zij proberen – aldus een mondelinge verklaring – met Shirdi Baba in contact te komen door naar Sai Baba te gaan. En de westerlingen? Ach, Johan Maasbach, Yomanda, Hare Krishna, dominee Schilder, Maharishi Mahesh Yogi, Ron Hubbard van de ‘scientology’, Bhagwan, Mr. Moon, Billy Graham, noem ze maar op: mensen die op zoek zijn naar spiritualiteit in de hoop dat ‘de waarheid’ tot hen zal komen, vinden in hem een goeroe die hun leidt. Het leven is een donker, slingerend pad en we willen graag een hand vasthouden.

Sai Baba is een van de velen die in deze behoefte voorzien. Uitspraken als: je voedt jezelf slecht, die in letterlijke zin meestal kant noch wal raken, worden na lange discussies geïnterpreteerd als: je voedt jezelf niet met het juiste geestelijke voedsel. Vervolgens wordt via grondig zelfonderzoek gezocht naar het eigen feilen. Als men maar lang genoeg speurt, komt er wel een antwoord, dat vervolgens weer aan een inblazing van Baba wordt toegeschreven. Zo gaat dat ook met door hem verrichte ‘wonderen’. Door alles volgens zijn leer te interpreteren, kan elke frustatie worden verklaard.

Haraldsson komt in Miracles are my visiting cards – dat wij in eerste termijn met waardering hebben gelezen – tot de conclusie dat deze man de meest paranormaal begaafde figuur is in de recente geschiedenis. Haraldsson heeft echter bijna alles uit de tweede of derde hand, en van de beschrijvingen van de verschijnselen die hij zelf heeft meegemaakt, druipt de (mogelijkheid tot) fraude af. Hij vraagt bijvoorbeeld een interview aan met als aangekondigde inzet de vraag wat wetenschap en ‘spiritualiteit’ met elkaar te maken hebben. Baba zegt daar iets over door een vergelijking te maken met een zogenaamde dubbele rudaksha, een soort vrucht. Haraldsson weet niet wat een rudaksha is, maar wat geschiedt? Baba haalt een rudaksha te voorschijn. Van goud nog wel. Haraldsson had gezegd een boek over hem te zullen schrijven.

Voor Baba’s gedrag hebben we twee mogelijke verklaringen. Ten eerste zijn er in India grote aantallen straatgoochelaars die tot verbluffende kunstjes in staat zijn. Misschien is Baba op die manier begonnen. Een alternatief is het volgende. Veel prestaties die aan Baba worden toegeschreven, zouden eerder zijn vertoond door ‘mediums’ als Daniel Dunglas Home, Eusapia Palladino, Rudy Schneider. Het zou ook zijn voorgekomen dat zo’n persoon door onbekende oorzaken zijn vermogens verliest en vervolgens probeert zijn imago overeind te houden met behulp van leugen en bedrog. Wellicht is dat Baba ook overkomen. Vooralsnog echter houden wij het er op dat hij van meet af aan een goochelaar en bedrieger is geweest die echter tegelijk, dankzij de goedgelovigheid van buitenlanders, veel heeft weten te verbeteren aan de lokale infrastructuur.

Schandalig gedrag

Ons geruchtmakende bezoek tezamen met de IKON-televisieploeg aan de ashram heeft overigens een navrant einde gekregen. Na ons vertrek uit de ashram hebben wij enkele dagen in de omgeving van Bangalore en vooral Mysore in een taxi met chauffeur rondgereden. De eigenaar van het bedrijf, die zetelde in een bekende ‘uitvalsbasis’ naar Baba, het Ashraya hotel in Bangalore, betaalde hem ongeveer 80 gulden per maand, wat gezien het Indiase prijspeil neerkomt op ongeveer 250 gulden. Van dat bedrag moesten maar liefst zes volwassenen en een kind leven. De man werkte zeven dagen per week; ‘s nachts sliep hij in zijn auto. Op het moment dat wij met hem in contact kwamen, was dat al ruim drie maanden het geval. Zelfs een horloge bezat hij niet; dat hebben wij hem dus maar gegeven. De man mocht van zijn baas geen veiligheidsgordels dragen (‘te hard rijden’), alleen de passagiers waren verzekerd en zijn chef bracht de klanten een veelvoud ‘voor de chauffeur’ in rekening van hij hem zelf betaalde.

Bij terugkomst in Nederland zonden wij de chauffeur nog wat rupees die we over hadden, een aantal foto’s en een in het Engels vertaald artikel dat in de Volkskrant had gestaan. Enige tijd later ontvingen wij een emotionele brief van hem (‘The watch is still running, but you stopped my heart’.) Iemand van de filmploeg zou zijn baas vanuit Nederland hebben opgebeld met de – volstrekt onjuiste – mededeling dat hij Baba had ‘verraden’. De brief, het geld, het artikel en de foto’s werden door de baas geconfisqueerd en hij ontsloeg de chauffeur. Het spreekt vanzelf dat wij al het mogelijke ondernemen om dit schandalige gedrag ongedaan te maken; ook de directeur van de desbetreffende omroep heeft een brief op poten geschreven.

We sluiten af met het volgende. Baba’s uiterlijk en enorme, fijn krullende haardos lijkt in de verste verte niet op de mensen die in het dorp en zelfs in de verre omgeving daarvan wonen. De man lijkt eerder uit Afrika dan uit India te stammen. (We hebben geprobeerd een blik te werpen op zijn zuster die in het dorp woont, maar dat is niet gelukt.) Voorts circuleert het verhaal dat een thans in Londen wonende man ooit geslachtsgemeenschap met Baba heeft gehad ‘als ware hij een vrouw’. Baba is ook herhaaldelijk beticht van het verrichten van homoseksuele handelingen, ook bij kinderen. De verklaring die in dit verband door hem toegewijden wordt gegeven, is dat de goddelijke aard van Baba het mogelijk maakt dat hij van de ene seconde op de andere een vrouw wordt en andersom. Vooralsnog houden wij het echter op de helaas zo goed als niet toetsbare hypothese dat Baba een (uit Afrika afkomstige) hermafrodiet of iets dergelijks is.

Uit: Skepter 6.1 (1993)

Zie ook: Baba’s goddelijke liefde

Vond u dit artikel interessant? Overweeg dan eens om Skepsis te steunen door donateur te worden of een abonnement op Skepter te nemen.

Steun Skepsis

Piet Vroon (1939-1998) was hoogleraar psychologie in Utrecht en auteur van verscheidene populair-wetenschappelijke boeken.