Wat gebeurt er als je boos wordt?

Positief denken: een nieuwe religie voor de politie

door Rob Nanninga

Ongeveer 350 Amsterdamse politiemensen hebben een cursus ‘positief denken’ gevolgd. De cursus werd hun gratis aangeboden door de Brahma Kumaris Spirituele Akademie, een nieuwe religieuze beweging uit India. Brigadier Walter Teekamp maakte een jaar of vijf geleden voor het eerst kennis met de cursus. Hij was zo enthousiast dat hij besloot deze bij zijn collega’s aan te bevelen. Inmiddels fungeert hij als landelijk coördinator.

Bij de Haagse politie is men eveneens met de cursus gestart, al krijgen de deelnemers daar in tegenstelling tot hun Amsterdamse collega’s er als compensatie geen vrije dag voor. Ook verscheidene andere politiekorpsen tonen belangstelling voor de cursus. ‘Ze bellen me uit het hele land’, vertelt Teekamp. ‘Maandag begint in Amsterdam een nieuwe training en het loopt storm. Er hebben zich al vijfenveertig mensen aangemeld, waaronder commissaris Wagenaar, die de cursus voor de tweede keer wil volgen.’

Teekamp benadrukt dat ‘positief denken’ niets met religie te maken heeft. ‘Het is pure psychologie. De cursus geeft mensen een aantal gereedschappen. Ze herkennen er veel in en gaan eens over zichzelf nadenken. Ze kunnen er een boel van opsteken: hoe werken de linker- en de rechterhersenhelft, wat zijn emoties en wat gebeurt er als je boos wordt? Politiemensen moeten tegenwoordig zoveel weten en doen. Ze worden met allerlei problemen geconfronteerd, maar hoe ze daar emotioneel mee om moeten gaan, dat wordt niet onderwezen. In de cursus leer je anders tegen die dingen aankijken. Je gaat ze meer relativeren.’

Commissaris F. Wagenaar vertelde in een televisieprogramma van de IKON dat hij dank zij de cursus meer afstand kan nemen van ‘overbodige gedachten’. ‘Ik kan mij beter concentreren op mijn rol door mij minder te laten afleiden door allerlei zaken die niet relevant zijn.’ Wagenaar blijkt zich nooit te hebben verdiept in de achterliggende ideologie van de beweging. Het gaat hem louter om de emotionele weerbaarheid van zijn politiemensen en ieder initiatief dat daaraan kan bijdragen, mag rekenen op zijn steun.

Ook adjudant W. van Lien, die het ‘positief denken’ bij de Haagse politie introduceerde, heeft er geen bezwaar tegen om ‘samenwerkingsafspraken’ te maken met een religieuze organisatie. ‘Ik zie het als een spirituele academie die een programma biedt waar diverse pakketten inzitten. En dat ene pakket (positief denken) spreekt ons erg aan. In de cursus is niets theologisch of religieus te ontdekken. Het zijn gereedschappen die aangereikt worden om je emotionele weerbaarheid te vergroten. Ik zie alleen maar positieve resultaten. Die cursusleiders doen het heel goed. Ze confronteren je met jezelf.’

Bijlmerbajes

Jacqueline Berg, die het Amsterdamse centrum van Brahma Kumaris leidt, startte ruim vijf jaar geleden met de cursus. Dank zij haar inzet hebben niet alleen politiemensen maar ook het personeel van verscheidene ziekenhuizen en zelfs gedetineerden in de Bijlmerbajes er kennis mee gemaakt. Samen met haar collega Tijn Touber schreef ze er een boek over, waarvan de titel werd opgetekend uit de mond van een agent: Geluk? Daar kom ik mijn bed niet voor uit. Het eerste exemplaar werd een half jaar geleden officieel overhandigd aan de Amsterdamse hoofdcommissaris E. Nordholt.

Op de laatste bladzijde van het boek wordt de lezer verwezen naar zes vestigingsplaatsen van de ‘B.K. Spirituele Akademie’, waar men in navolging van de politie positief kan leren denken. Wie zich bij de Akademie aanmeldt, zal merken dat de achterliggende geloofsleer pas geleidelijk tijdens de vervolgcursussen wordt onthuld. Dit geldt ook voor verscheidene andere religieuze bewegingen. Een voorbeeld is de School voor Filosofie, die een introductiecursus aanbiedt waarin men leert om ‘filosofische uitspraken zelf te toetsen aan de dagelijkse praktijk’. Als het meteen duidelijk zou zijn dat dit uitmondt in een neohindoeïstische leer met strenge leefregels, zouden zich vermoedelijk veel minder belangstellenden aanmelden.

Toch kan een goede verstaander in het boek van Berg en Touber duidelijk een religieuze boodschap ontdekken. De kern van het betoog is, dat wij vervreemd zijn geraakt van onze oorspronkelijke identiteit, die louter positieve kwaliteiten bezit. We zijn vergeten wie we werkelijk zijn: een zuivere en volmaakte ziel. Dat komt omdat we niet meer leven vanuit innerlijke, spirituele waarden, maar ons laten leiden door verkeerde gedachten die seksuele begeerten, materiële verlangens en negatieve emoties opwekken.

Door middel van meditatie en het ‘herprogrammeren van onze gedachten’ kunnen we weer in contact komen met onze eeuwige ziel en leren we om ons niet langer te identificeren met ons lichaam, ons ego, onze bezittingen en de rollen die we in het leven spelen. We moeten ook loskomen van onze ‘hokjesgeest’, die zich onder meer uit in het grote aantal verenigingen, tijdschriften en politieke partijen in ons land. In wezen zit alles waar we naar verlangen al in ons, terwijl de materiële buitenwereld slechts tijdelijk en vergankelijk is. We moeten deze waarheid weer leren inzien en accepteren, en niet vluchten in relaties of andere compensaties.

In haar boek adviseert Jacqueline Berg om ieder uur van de dag bij te houden hoeveel energie we kwijtraken aan verspilde en negatieve gedachten, zoals kritiek op anderen. Ze beweert dat onrustige gedachten de ‘atmosfeer’ negatief beïnvloeden en tijdens het koken letterlijk in het eten terecht kunnen komen. Maar door positieve gedachten te creëren over ons ware zelf kunnen we de balans herstellen en zelfs de gehele wereld transformeren.

Om gelukkig te worden hebben we volgens Berg een ander bewustzijn nodig: zielsbewustzijn, dat in oosterse landen ‘het derde oog’ wordt genoemd. Met dit derde oog, dat zich in het midden van ons voorhoofd bevindt, kunnen we ‘de dingen achter de zichtbare realiteit begrijpen’. Het is merkwaardig dat nuchtere politiemensen dit alles beschouwen als een soort psychologie.

De Brahma Kumaris World Spiritual University werd in 1937 opgericht door Dada Lekh Raj, een rijke diamanthandelaar uit het huidige Pakistan. Binnen de beweging wordt hij Brahma Baba of Prajapita Brahma (spirituele vader van de mensheid) genoemd. Naar verluidt manifesteerde Shiva zich via zijn lichaam om Goddelijke kennis in de wereld te brengen. Deze openbaringen – de zogenoemde Murli’s, die niet beschikbaar zijn voor buitenstaanders – worden door de volgelingen dagelijks bestudeerd tijdens een bijeenkomst die ‘s ochtends om zes uur begint.

Volgens Jacqueline Berg heeft de organisatie in India al meer dan 3000 centra en subcentra, die worden geleid door vrouwen. Daarnaast zijn er zo’n 300 centra in zestig andere landen. Sinds 1981 is men ook in Nederland actief. Als we de cijfers mogen geloven, is het aantal centra sinds 1985 iedere drie jaar verdubbeld. Het internationale hoofdkwartier is gevestigd in Mount Abu in India. Daar vinden regelmatig seances plaats waarin de inmiddels overleden Brahma vanuit de ‘subtiele wereld’ Shiva’s boodschappen doorgeeft via een trancemedium. Hij wordt beschouwd als een engel die ons in verbinding met God kan brengen.

Verstrikt in de materie

De Brahma Kumaris (dochters van Brahma) geloven dat de wereldgeschiedenis een cirkel is die zich iedere 5000 jaar letterlijk herhaalt. Aan het begin van deze cyclus bevinden alle zielen zich bij God (Shiva), de Allerhoogste Ziel. De zuiverste (gouden) zielen dalen als eerste af in een lichaam op aarde en leven 1250 jaar in het Gouden Tijdperk. Geleidelijk incarneren er steeds meer zielen en worden de omstandigheden slechter omdat de zielen verstrikt raken in de materie. Zij verliezen hun zielsbewustzijn en ontwikkelen een lichaamsbewustzijn door zich aan het leven te gaan hechten.

Tegenwoordig leven we in het laatste, ijzeren tijdperk, dat zich kenmerkt door rampen en zedeloos gedrag. In deze eindtijd daalt God neer in het lichaam van Brahma om de zielen te herinneren aan hun ware identiteit. Spoedig zal de huidige wereld door een reinigend vuur worden ‘getransformeerd’ en keren alle zielen terug naar God. De Brahma Kumaris, die de spirituele elite van de mensheid vormen, worden vervolgens herboren in het Gouden Tijdperk – en daarmee begint de cyclus weer opnieuw. Er is dus geen uiteindelijke verlossing. Alle zielen spelen hun eigen rol in het werelddrama, dat steeds opnieuw wordt opgevoerd. En wie eenmaal voor een kwartje is geboren, wordt nooit een gouden ziel.

Als iemand in zijn huidige leven veel moeten lijden, is dat een gevolg van verkeerde handelingen in voorgaande levens. Maar dank zij de kennis die de Brahma Kumaris bieden, is het mogelijk de ziel weer te zuiveren. Een celibatair leven is daarbij noodzakelijk, zelfs wanneer iemand getrouwd is, want seksualiteit is de grootste vijand van de ziel. Wie verzekerd wil zijn van een hoge status in de Gouden Tijd, moet zoveel mogelijk aan Baba denken. Met een zogenoemde ’50 punten chart’ kunnen de studenten van de Spirituele Akademie dagelijks nauwkeurig bijhouden of ze voldoende zuivere gedachten hebben.

Verontruste ouders

Het is voor een buitenstaander moeilijk te begrijpen hoe verstandige mensen overtuigd kunnen raken van dergelijke exotische ideeën. Daarom waren nieuwe religieuze bewegingen, dikwijls sekten genoemd, een jaar of tien geleden nog vrij omstreden. Men maakte zich vooral zorgen over de autoritaire gezagsstructuur binnen de bewegingen. Verontruste ouders vertelden hoe hun zoon of dochter ten prooi was gevallen aan de misleidende wervingstechnieken van een vreemde sekte die het leven van hun kind in korte tijd volledig was gaan beheersen. Moest hier niet iets tegen gedaan worden?

In 1980 besloot de vaste Kamercommissie voor volksgezondheid een subcommissie sekten in te stellen. Haar onderzoeksrapport, waarop T.A.M. Witteveen vier jaar later promoveerde, gaf echter geen reden tot ongerustheid. Ook andere onderzoekers kwamen tot de conclusie dat de nieuwe bewegingen niet of nauwelijks een gevaar vormden voor de geestelijke volksgezondheid. Men achtte het onjuist nieuwe bekeerlingen te beschouwen als passieve slachtoffers van geraffineerde beïnvloedingsmethoden, want hun bekering was vaak een proces waaraan ze zelf actief hadden meegewerkt. Bovendien stapte de meerderheid na verloop van tijd weer uit de beweging, waaruit bleek dat zij hun vrije wil nog niet waren kwijtgeraakt.

In Duitsland namen de kerken actief stelling tegen nieuwe religieuze bewegingen, maar dat was in ons land niet het geval. Daar had men de godsdienstvrijheid hoog in het vaandel staan. Zo werd in een pastorale brief van de Nederlands Hervormde Kerk gesteld, dat de kerken eenvoudig moeten accepteren dat er tegenwoordig veel concurrenten zijn op de religieuze markt. De nieuwe bewegingen hebben sommige mensen kennelijk iets te bieden dat zij niet in de kerk kunnen vinden.

New Age

Na de publicatie van het Kamerrapport verloren ook de media hun interesse voor de handel en wandel van nieuwe religieuze bewegingen. Bij nader inzien ging het om een marginaal verschijnsel: de meeste bewegingen telden in ons land nog geen honderd leden. Bovendien waren er steeds minder bewegingen die hun leden aanmoedigden om hun baan, studie of gezinsleven op te geven. Nieuwe religieuze denkbeelden werden voornamelijk aangeboden in de vorm van cursussen, waarbij de cursisten zelf konden beslissen in hoeverre en op welke wijze zij de lessen in praktijk brachten.

Inmiddels is er in brede lagen van de samenleving meer waardering ontstaan voor alternatieve geloofsovertuigingen. Vooral New-Agegedachten zijn populair omdat ze soms zinvolle kritiek leveren op de moderne westerse cultuur en de nadruk leggen op de spirituele groei van de individuele mens. Er worden talloze methoden aangeboden waarmee we ons innerlijk potentieel van onbegrensde mogelijkheden zouden kunnen ontsluiten. De christelijke god is hier vervangen door een creatieve kracht of energie, die bij uitstek in de mens zelf te vinden is.

In het rapport van de subcommissie sekten wordt gesteld dat de maatschappelijke activiteiten van nieuwe religieuze bewegingen in principe in aanmerking kunnen komen voor subsidiëring van overheidswege. Het rapport beveelt echter aan om voorzichtigheid en terughoudendheid te betrachten ten aanzien van activiteiten die behalve een maatschappelijke ook een levensbeschouwelijke inslag hebben: ‘Die benadering is enerzijds gewenst ter voorkoming van enigerlei betrokkenheid van de overheid bij religieuze aangelegenheden, anderzijds ter waarborging van de geestelijke integriteit van de cliënten.’

De Amsterdamse sociale dienst begaf zich dit jaar op een glibberig pad door 22 cliënten voor drieduizend gulden per persoon een cursus te laten volgen in een New-Agecentrum. Daar werden zij met behulp van tarotkaarten, massage, genezende edelstenen, visualisaties, droomuitleg en astrologie op de arbeidsmarkt voorbereid. De cursusleidster vertelde aan een journalist van het dagblad Trouw dat zij haar cursisten in contact wil brengen met ‘het onzichtbare’ en hen leert dat zij al voor hun geboorte hebben gekozen voor hun werkloosheid. In een tv-interview benadrukte ze daarentegen dat haar methoden slechts hulpmiddelen zijn om de zelfkennis van de cursisten te vergroten.

Beetje dubieus

Ook bij de ‘lessen in geluk’ die Jacqueline Berg en andere medewerkers van Brahma Kumaris aan de politie geven, kunnen vraagtekens worden geplaatst. Mevr. P.J. Reinders, die is verbonden aan het Instituut voor Godsdienstwetenschap aan de Vrije Universiteit, merkt op: ‘De politiemensen die de cursus volgen, zouden beter geïnformeerd moeten worden over de achtergronden van de beweging, zodat ze weten waar ze zich in begeven.’ De gewenste informatie is te vinden in haar doctoraalscriptie, die de basis vormde voor een artikel dat drie jaar geleden werd gepubliceerd in het tijdschrift Religieuze bewegingen in Nederland (nr.19), een uitgave van de VU.

Reinders bezocht bijna een jaar lang regelmatig het Brahma-Kumariscentrum in Amsterdam en volgde daar ook de cursus ‘positief denken’. Ze constateert dat in deze cursus de religieuze termen zijn vervangen door meer algemene, psychologische termen. ‘Ik vind het eigenlijk wel een beetje dubieus dat men zich zo aanpast bij de doelgroep. Doordat men andere termen gebruikt, wordt je op het andere been gezet.’

De Amsterdamse wijkteamagent Peter Waterloo kan dit bevestigen. Hij interesseerde zich voor de psychologische kant van positief denken en volgde met belangstelling de lessen van Jacqueline Berg. Na afloop wilde hij wel eens weten wat er achter de gratis politiecursus stak. Daarom meldde hij zich aan voor een vervolgcursus (Raja Yoga). Pas toen daarin plotseling over Shiva werd gesproken, werd het hem duidelijk waarmee hij te maken had. ‘Tijdens de eerste cursus zei Jacqueline eens tegen iemand: jij zit vast in het geloof. Maar toen ik die vervolgcursus deed, dacht ik: dit is volgens mij ook niets anders dan een geloof. Daarom ben ik er toen mee gestopt.’

Totale ontplooiing

Brigadier Teekamp volgde eveneens de Raja-Yogacursus, maar wil niet bevestigen dat Brahma Kumaris een religieuze beweging is: ‘Iedereen moet zelf weten of hij het een geloof noemt. Als dat zo zou zijn, heb ik daar helemaal geen moeite mee. Ik heb nog nooit enige vorm van religie teruggevonden in de positief-denken-cursus.’ Later in het gesprek vertelt Teekamp echter dat hij zelf niet in Shiva gelooft, waarmee hij lijkt te erkennen dat de Brahma Kumaris dat wel doen.

In haar folders presenteert Brahma Kumaris zich als een internationaal opleidingsinstituut dat zich de totale ontplooiing van de mens ten doel stelt. Daarbij wordt meestal vermeld dat men ‘niet gebonden is aan een traditionele religie’. Het ligt voor de hand om hieruit te concluderen dat de organisatie geen religie vertegenwoordigt. De nadruk moet echter niet worden gelegd op het woord ‘religie’, maar op het voorafgaande bijvoeglijk naamwoord: men predikt inderdaad geen traditionele religie, maar een nieuwe.

Iedere godsdienstwetenschapper zal Brahma Kumaris een nieuwe religieuze beweging noemen. Jacqueline Berg maakt echter ernstig bezwaar tegen deze term. Naar haar oordeel moeten we spreken over een ‘spiritueel instituut’, omdat men uitgaat van de universele, spirituele waarden die in alle religies terug te vinden zijn. Brahma Kumaris kent zichzelf een centrale plaats toe in de wereldgeschiedenis en wil daarom niet graag gezien worden als een van de vele religies. Evenals diverse andere religieuze bewegingen pretendeert men de universele waarheid te bieden. Niet alle wegen leiden echter naar Mount Abu. Door andere religies slechts vanuit de eigen visie te belichten, doet men onvoldoende recht aan de fundamentele verschillen daartussen.

Om hun vooraanstaande rol in het wereldgebeuren te benadrukken, maken de Brahma Kumaris gretig gebruik van hun contacten met de Verenigde Naties. In het verleden gebruikten zij soms ook het symbool van de VN. Brahma Kumaris is weliswaar opgenomen in het ‘Roster’ van de Economische en Sociale Raad van de VN (ECOSOC), maar dat betekent niet veel meer dan dat men de documenten krijgt toegestuurd en vergaderingen mag bijwonen. De ECOSOC is niet zo’n prominent orgaan binnen de VN en het Roster is een lijst van organisaties uit de laagste categorie, die geen spreekrecht hebben en geen punten op de agenda kunnen zetten.

In een brochure over hun activiteiten vermelden de Brahma Kumaris dat zij voor hun vredesprojecten al zeven ‘Peace Messenger Awards’ hebben ontvangen van de VN. Zo verzamelden zij in 1986 een miljard minuten in de vorm van meditatie, gebed en positieve gedachten voor de wereldvrede. Zij organiseerden ook diverse vredesconferenties en in Engeland investeerden zij 4 miljoen pond in de bouw van het Global Co-operation House. In de brochure staan foto’s van diverse vooraanstaande personen die deze initiatieven toejuichen.

Brahma Kumaris is echter niet de enige nieuwe religieuze beweging die zich kan voorstaan op dergelijke successen. De Verenigingskerk van de Koreaan Sun Myung Moon, die eveneens de gehele wereld wil transformeren, is minstens zo succesvol. Moon richtte onder meer de Professors Word Peace Academy op, waarbij professoren uit negentig landen zich hebben aangesloten. Een verklaring van zijn International Foundation for World Peace, is al door tienduizend wetenschappers ondertekend. En om de wereldvrede te bevorderen organiseerde hij ook tientallen conferenties die werden bezocht door religieuze leiders, voormalige staatshoofden, Nobelprijswinnaars en andere vips. In 1990 had hij in Moskou een persoonlijk onderhoud met president Gorbatsjov, en de onderscheidingen die hij kreeg, zijn inmiddels niet meer te tellen.

Propaganda

Nieuwe religieuze bewegingen hebben er belang bij om mensen en organisaties die aanzien genieten bij hun activiteiten te betrekken. In het propagandamateriaal van de Brahma Kumaris wordt onder meer vermeld dat men lessen geeft aan de Engelse politieacademie. Ook de Nederlandse politie zou inmiddels kunnen worden gebruikt als aanbeveling voor de beweging. Adjudant Van Lien onderkent deze mogelijkheid, maar ziet daar geen kwaad in: ‘Stel dat de Brahma Kumaris bekendheid wil verwerven via de overheden en haar ideologie op die manier aan de man wil brengen, dan vind ik dat nog niet eens zo’n slecht streven – al heb ik er persoonlijk geen boodschap aan. Als iemand zegt, ik heb die cursus gevolgd omdat u als politie het voorbeeld geeft, dan zeg ik: zo werkt het niet mijnheer, in deze tijd hoeft u toch niet alles te volgen wat de politie doet?’

Uit: HN-magazine 48(48), 28 november 1992

Vond u dit artikel interessant? Overweeg dan eens om Skepsis te steunen door donateur te worden of een abonnement op Skepter te nemen.

Steun Skepsis

Rob Nanninga was hoofdredacteur van Skepter van 2002 tot 2014