Nekslag voor homeopaten

Een geneesmiddelproef die niet doorging

door Jan Willem Nienhuys – Skepter 17.1 (2004)

nekslag
Samuel Hahnemann

Na een opmerking van minister Hans Hoogervorst over homeopathie daagden homeopaten hem uit. Het bleek een loze uitdaging te zijn.

De dag na publicatie op dinsdag 17 februari 2003 van het rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg over de dood van Sylvia Millecam zei de minister van Volksgezondheid voor de tv: ‘Hoe bestaat het dat huisartsen die jarenlang een hogere opleiding hebben gevolgd, zich serieus bezighouden met homeopathie. Terwijl iedereen weet dat je de mensen dan gewoon water voorschrijft.’ (NRC Handelsblad, donderdag 19 februari.)

Woedende homeopathische artsen herhaalden de leugen dat de homeopathie wetenschappelijk bewezen is. De Nederlandse Vereniging van Klassiek Homeopaten (NVKH) pakte het anders aan.

Jeuk

Hoofd pr van de NVKH Michiel van Gemert stelde inspecteur-generaal Herre Kingma en de minister voor drie weken lang driemaal daags enkele druppels Sulphur C200 in te nemen. Dan zouden ze door ondraaglijke jeuk en warmteontwikkeling getroffen worden (zaterdag 21 februari, de Volkskrant). Voor de goede orde: C200 betekent dat het uitgangsmateriaal 200 maal ‘gekopieerd’ is door schudverdunnen met een verhouding 1:100. Dat geeft een verdunning van 1:10400. Het universum bevat 1090 lichtdeeltjes plus nog een verwaarloosbaar aantal deeltjes met enige massa.

Kingma en Hoogervorst weigerden mee te doen aan een ongeblindeerde proef met twee personen zonder controlegroep, die hen na afloop hoe dan ook zou blootstellen aan aantijgingen van suggestibiliteit of leugenachtigheid.

Dit is een soort geneesmiddelproef. Homeopathische middelen worden verondersteld bij zieken te genezen wat ze zelf bij gezonden teweegbrengen. Wat dat laatste inhoudt, is door geneesmiddelproeven met ongeblindeerde vrijwilligers vastgesteld (al vele malen is gebleken dat er met blinderen niks van terecht komt). Voor Sulphur (zwavelpoeder) zijn er wel 1969 symptomen, waarvan een stuk of 30 jeukachtig. Inderdaad helpt zwavelpoeder wel tegen jeuk, maar dan moet je het op de huid aanbrengen. Bij inname is het inert.

Verwachte effecten

Rob Nanninga en ik wilden een betere proef doen, met verloting en blindering en 80 proefpersonen waarvan de helft homeopaten. De homeopaten hoefden geen perfecte score te halen, en mochten aan de hand van dagboeken van de deelnemers beoordelen wie er wel of geen ‘verum’ had gekregen, zich desnoods beperken tot de 40 homeopaten, enzovoorts (zie Homeopathische uitdaging voor meer informatie over het onderzoeksvoorstel).

De Volkskrant kreeg er lucht van (woensdag 25 februari). Van Gemert was enthousiast over het plan, en had tegen de krant gezegd: ‘Als het niet lukt, zeg ik mijn praktijk op. Dan ben ik ook voorgelogen.’ De sceptische aanmeldingen stroomden toe, maar Van Gemert moest zijn achterban nog raadplegen, wat hem niet verhinderde om op maandag 1 maart uit te pakken in de Volkskrant: ‘Dat [de minister] onze uitdaging niet aandurft […] zegt meer over de minister dan over de homeopathie.’

In plaats van deze gouden kans aan te grijpen, klaagde die achterban (de Volkskrant, donderdag 11 maart) echter dat het experiment bedoeld was om hun de nekslag toe te brengen. Ook wilden ze goed naar de statistische opzet kijken (snapten ze het simpele rekenwerk niet?) en zeiden dat de proef niet goed kon gaan omdat de deelnemers wisten welke effecten te verwachten waren. Beide bezwaren golden kennelijk niet bij de Hoogervorst-proef.

De homeopaten staan nu te kijk als opscheppers die niet eens in hun eigen theorieën geloven. Dat lijkt me een ergere nekslag dan een proef met een ongewenste uitkomst.

Uit: Skepter 17.1 (2004)

Vond u dit artikel interessant? Overweeg dan eens om Skepsis te steunen door donateur te worden of een abonnement op Skepter te nemen.

Steun Skepsis

Jan Willem Nienhuys is redacteur van Skepter en secretaris van Skepsis