Skepter 29.3 – over luizen, neuromarketing, vervalste papyrussen, Van Goghs oor en meer

De derde Skepter van jaargang 29 komt eraan! Hij is gedrukt en zal spoedig verstuurd worden naar abonnees en donateurs. Het is een dik nummer geworden (52 pagina’s) en bevat onder andere artikelen geschreven door Jona Lendering (over dubieuze papyrussen), Asha ten Broeke (over neuromarketing) en Geert-Jan Roebers. Die laatste schrijft over de wetenschappelijk stand van zaken wat betreft de bestrijding van hoofdluis. En Pepijn van Erp interviewde de Amerikaans-Italiaanse wetenschapsfilosoof Massimo Pugliucci die op 22 oktober de hoofdgast zal zijn op het jaarlijkse congres van Skepsis.

Hoofdredacteur Hans van Maanen dook in het nieuwe ‘doorslaggevende’ bewijs in de controverse rondom het oor van schilder Van Gogh: sneed die nu alleen zijn lel eraf of toch zijn hele oor? Het Van Goghmuseum heeft eigenlijk wel wat uit te leggen, volgens Van Maanen. Want wat voegt dat nieuwe bewijs eigenlijk toe aan de discussie? Dit artikel is als voorproefje al online te lezen: Van Goghs oorlel.

De complete inhoud kunt u vinden door op de onderstaande cover van het nieuwe nummer te klikken. Zonder abonnement kunt u dit nummer toch in handen krijgen door het als los nummer te bestellen voor 7 euro.

cover-skepter293-550x778

1 gedachte over “Skepter 29.3 – over luizen, neuromarketing, vervalste papyrussen, Van Goghs oor en meer”

  1. Van Goghs oorlelletje. Het museum gaat vol op het orgel.

    Ach, ja. Vorige week was het hier in Nijmegen Gebroeders Van Limburg-festival. In de plaatselijke Generalanzeiger, en in De Gelderlander stond in de week ervoor een verhaal over een middeleeuws boek met tekeningen die mogelijk door een van de Gebroeders Van Limburg gemaakt zouden zijn. In België opgedoken, en dit weekend in het Valkhofmuseum te zien. Ik heb een kostelijk half uurtje doorgebracht met het vinden van aanwijzingen in de foto bij het stuk dat het allemaal onzin was. Die tekening had de voorzitter van het organisatiecomité gewoon zelf gemaakt.

    Niks middeleeuws. Het perspectief is hier en daar een beetje ‘fout’ gedaan, maar niet fout genoeg voor een middeleeuwer. Waarom kun je aan de afgebeelde mensen niet zien wat hun rol is in het tafereel, of in de maatschappij? Waarom zie je van die mevrouw haar harige benen? Waarom heeft die schaapskooi een soort portiekje, maar geen deurtje? Wat moeten die schapen ’s winters in een kooi die hen niet tegen de kou beschermt? Lijkt het nou of de voorzitter moeite heeft op de foto zijn lachen in te houden? Dat soort argumenten. Ik weet verder niks van kunstgeschiedenis.

Plaats een reactie