Aloë vera

Een plant met groeipotentie

door Marie Prins
Aloë vera

Aloë vera is werkelijk overal goed voor. Zegt men. Maar de enigen die er zeker beter van worden, zijn enkele medewerkers van een MLM-bedrijf .

Nee maar! Daar kreeg een bestuurslid van Skepsis zowaar een alternatief genezerspamflet in de handen gedrukt. Hij wordt uitgenodigd voor een bijeenkomst bij hem in de buurt waarin de wonderen van de plant Aloë vera (L.) zullen worden uitgelegd. De heilzame werking kan ter plekke worden uitgeprobeerd op eventueel aanwezige schrale plekken of afwashanden, maar het pamflet voorspelt ook verbetering in het geval van de ziekte van Crohn, diabetes en kanker.

Dergeljke pamfletten worden verspreid door de onderste lagen van de Multi Level Marketing (MLM) bedrijven die Aloë Vera verkopen. De president en Chief Executive Officer van een dergelijk bedrijf, Rex Maughan, heeft Aloë vera in 1978 als wonder der natuur ontdekt en brengt de hieraan ontleende producten sindsdien op buitengewoon doordachte wijze onder de aandacht.

‘The public must learn how to cherish the nobler and rarer plants, and to plant the aloë…’, aldus de dichteres en feministe avant la lettre Margaret Fuller (1810-1850). Wat ‘nobele planten’ zijn weet ik niet, maar zeldzaam is de aloë in ieder geval niet. Je kunt ze tegenwoordig in ieder tuincentrum kopen. Er zijn zo’n 350 soorten bekend en in sommige delen van de wereld is het een hardnekkig onkruid. Met hun puntige en stekelige bladeren lijken aloë’s op vetplanten of cactussen, maar dat zijn het niet. Aloë’s zijn lelieachtigen, net als de ui, de knoflook, de tulp – en de lelie uiteraard. Mensen die allergisch zijn voor lelieachtigen, en die bestaan, moeten de producten van deze plant dus mijden.

Misschien houdt dat ‘nobele’ verband met het feit dat de naam aloë een paar keer in de bijbel voorkomt. In Hooglied 4:14, Spreuken 7:17 en Johannes 19:39, altijd in combinatie met mirre. Uit deze teksten wordt duidelijk dat het hier om een geurende aloë gaat en dus niet om de plant waarover we het hier hebben. De bijbelse aloë is een welriekende houtsoort, hoogstwaarschijnlijk lignum aloë of lignaloë verkregen uit de plant Bursera glabrifolia. De bijbelteksten worden in reclame voor aloë van tijd tot tijd wel eens misbruikt – en als het de bijbel niet is dan wel de oude Egyptenaren. Van Cleopatra wordt beweerd dat ze de plant gebruikte om een zachte huid te krijgen. Dat is vermoedelijk een modern sprookje.

De wonderplant waar het hier om gaat, staat bekend onder drie wetenschappelijke namen (geen uitzondering in de plantkunde; voor kamille bestaan twaalf officieel erkende namen). De in de plantkunde meest gebruikte is Aloë barbadensis Mill, maar A. vera en A. vulgaris Lam. zijn precies dezelfde plant. Andere aloë’s zoals A. africana, A. ferox, A. perryi en A. spiccata zijn overigens net zo goed te gebruiken. In Zuidelijk Afrika gebruikt de bevolking de Aloë ferox. Het blad wordt gebruikt voor huid- en oogproblemen en uit de wortels en bladeren wordt een laxeermiddel gekookt. Zoals we zullen zien een niet onredelijke inschatting van wat deze plant doet.

Het zijn planten van de oude wereld, ingevoerd in Amerika ná 1492, dus als u in een advertentie leest dat de Amerikaanse Indianen er duizenden jaren geleden al gebruik van maakten, is dat een leugen – of wordt de agave bedoeld. Geen familie, maar wél een van de nuttigste planten die er bestaat.

Slijm en hars

Van bovenstaande soorten is bekend dat ze twee ingrediënten bevatten met een heel erg verschillende farmacologische werking, die echter nogal eens door elkaar gehaald worden. Het ene is een middel, een soort zalf, dat oppervlakkige wondjes helpt genezen. Het andere is een drastisch laxeermiddel. Geen van de twee is geschikt als ‘voedingssupplement’, dé manier waarop tegenwoordig veel ongeregistreerde ‘genees’middelen verkocht worden (dan hoef je namelijk niet aan te tonen dat het iets doet).

De waterachtige vloeistof (aangeduid met ‘gel’, waarschijnlijk omdat ‘slijm’ minder goed verkoopt) die de reputatie heeft schaaf- en brandwondjes te genezen, bevindt zich in de kern van het blad. Deze gel werkt alleen als ze kersvers is. Houd dus een aloë bij de hand op uw vensterbank, zodat u bij kleine noodgevallen snel een blad bij de hand heeft.

De vage woorden ‘heeft de reputatie’ gebruik ik niet voor niets, want goed dubbelblind, gerandomiseerd, placebogecontroleerd onderzoek is voor beide toepassingen maar een paar keer uitgevoerd. De toepassing is gebaseerd op overlevering en een veelvoud aan klinische waarnemingen. Indien de gel een bewerking heeft ondergaan die er voor zorgt dat de werkzaamheid enige tijd behouden blijft, wordt ze ‘gestabiliseerd’ genoemd. Het procédé is geheim, maar vaak wordt dit bereikt door een vermenging met hars. Rex Maugham zegt twee patenten voor een dergelijke bewerking te hebben. Dat klinkt indrukwekkend maar in de VS hoef je voor een dergelijk patent alleen maar aan te tonen dat de bewerking nieuw is, niet dat het eindproduct ook medisch werkzaam is. Een van de eerste vermeldingen van gestabiliseerde Aloë vera dateert uit 1959, dus van ruim vóór Maughams ontdekking van dit wonder der natuur.

In de Benelux kun je er niet zeker van zijn of je werkelijk een gestabiliseerd product hebt gekocht, ook al staat het op het etiket. Eén product dat als gestabiliseerd werd verkocht deed bij tests niets – maar misschien was het te oud want niemand weet hoe lang een ‘gestabiliseerd’ product goed blijft. Dure kosmetische producten ‘met aloë vera’ of ‘aloë vera-extract’ kopen is in ieder geval zonde van het geld. Je koopt geen kosmetica om wonden te genezen en de hoeveelheid is meestal ook zó gering dat het effect nihil is.

‘Een betere stoelgang’

De werking bij uitwendig gebruik is niet degelijk wetenschappelijk vastgelegd, maar is wel zo goed als zeker. Welke stoffen verantwoordelijk zijn voor de helende werking is onbekend. Maar de waterige vloeistof bevat een flink aantal polysacchariden (ketens van suikers), en een aantal daarvan werkt in vitro positief op de genezing. Maar de concentraties verschillen van plant tot plant (dit verklaart waarom de uitslagen van tests zo uiteenlopen) en in vitro is nog ver van de daadwerkelijke huid. Van alle toepassingen van de gel voor inwendig gebruik kan op z’n best gezegd worden dat er geen enkele wetenschappelijk bewijs voor bestaat. Ze zijn zuivere fantasie, of anders gezegd: kwakzalverij.

Het andere actieve ingrediënt is een bittere gele latex of hars die ook wel als ‘sap’ wordt aangeduid. U begrijpt het al: de waterige gel lijkt meer op sap, en het gebeurt dus nogal eens dat het woord ‘sap’ verkeerd wordt gebruikt. Deze hars bevindt zich net onder de huid van het blad en werd vroeger gedroogd of als extract gebruikt. Het is een zeer drastisch laxeermiddel, zeker niet geschikt voor alledaags gebruik. De actieve bestanddelen, antrachinone glycosiden aloïne A en B, kunnen gemakkelijk leiden tot beschadiging van de darmwand en andere gevaarlijke ongemakken.

Deze hars werd al in het Oudegyptische Ebers papyrus als laxeermiddel genoemd (maar de farao’s gebruikten ook het plantaardige maar minder drastische senna). Als laxeermiddel is het zonder meer achterhaald, al staat het in menig land nog op de farmacopee. Een voedingssupplement kun je het moeilijk noemen. Je zou van een paardenmiddel kunnen spreken, al wordt het zelfs voor paarden niet meer gebruikt. Ze krijgen er krampen in de ingewanden van. De Duitse (uiterst kruidenvriendelijke) Commissie E waarschuwt tegen geregeld gebruik van de hars aangezien deze de vorming van dikkedarmkanker kan bevorderen.

Een van de redenen om ook de waterige gel niet inwendig te gebruiken, is dat de scheiding van latex en gel een lastig karwei is. Inwendig gebruik van de gel kan dus tot diarree leiden. Als een verkoper van Maughams firma Forever Living Products (FLP) zegt dat het sap ‘ontgiftend’ en ‘reinigend’ werkt en dat je er vaker van naar de wc moet, dan lijkt het er op dat FLP de gel en hars mengt.

Het komt voor dat beide bestanddelen heel duidelijk helemaal niet gescheiden worden. In een advertentie wordt Lucovitaal Aloë vera extract aangeraden voor een ‘grondige reiniging voor een betere stoelgang en een gave huid’. Beide functies worden dus in één capsule gecombineerd. Men heeft er kennelijk nog een en ander aan toegevoegd want het is ook nog rijk aan vitaminen, mineralen, enzymen en essentiële oliën (zo’n beetje alle modewoorden voor het aanprijzen van een ‘voedingssupplement’).

Les in wonderen

In het pamflet worden de aloëproducten van Forever Living Products aangeboden als een waar panacee. Ze helpen tegen ‘aambeien, acne, bronchitis, chronische vermoeidheid, ziekte van Crohn, diabetes, fibromyalgie, kanker, migraine en zijn bevorderlijk voor ‘remming van tumoren’. Betekent dit dat we hier met doortrapte oplichters te maken hebben? Dat hoeft niet zo te zijn. Op het gebied van geneeskruiden is er namelijk ontzettend veel waardeloze literatuur in omloop. Van minstens tweehonderd planten wordt beweerd dat ze helpen tegen suikerziekte.

Het zou kunnen zijn dat de mensen van de firma die deze waardeloze rommel verkopen ervan overtuigd zijn dat ze wel degelijk een wondermiddel in handen hebben – wat nog niet betekent dat u dat voorbeeld moet volgen. Er is nog een andere mogelijkheid.

Forever Living Products is een Multi Level Marketing organisatie, met andere woorden, een zich snel vertakkend netwerk van verkopers met ‘uplines’ en ‘downlines’, die allemaal hun best doen om zoveel mogelijk ‘downlines’ te creëren. Het is niet de enige organisatie van dit soort in Nederland. Herbalife is een ander voorbeeld. Het beste verkoopargument voor kwakmiddelen zijn de enthousiaste aanbevelingen van tevreden gebruikers. De goede ervaringen die zij met het product hebben gehad mogen dan misschien op het placebo-effect berusten of op toeval, die verkopers zijn zich daarvan niet bewust. Ze namen het product en voelden zich daarna beter. De officiële literatuur van het hoofdkantoor is in de regel vrij van overdreven of onjuiste aanbevelingen. Dat soort informatie bereikt de klant uitsluitend via de verkopers die dit bijvoorbeeld mondeling tijdens als ‘scholing’ vermomde propagandabijeenkomsten toegespeeld krijgen – ook weer: bij voorkeur door tevreden gebruikers. Van niet-geregistreerde geneesmiddelen mag je echter niet verkondigen dat ze een genezende werking hebben, zelfs niet dat ze genezing bespoedigen.

Dat is een van de voordelen van het MLM-systeem en een flink nadeel voor hen die de spullen daadwerkelijk moeten verkopen, want bij MLM zijn dat ‘zelfstandige ondernemers’ en bij problemen zijn zij de klos.

MLM-organisaties beloven gouden bergen, maar de winsten vallen voor vrijwel iedereen zwaar tegen. Degene die aan zo’n club meedoet, zoekt meteen weer onder de kopers van zijn producten verkopers. Deze krijgen de spullen dan tegen ‘groothandelsprijzen’. Bij Herbalife betekent dat een korting van 25 procent. De kersverse verkoper krijgt te horen dat hij zich moet vestigen als zelfstandig ondernemer en dat hem forse winsten ten deel zullen vallen. Als zij op hun beurt weer verkopers werven, krijgen ze een bonus voor het aanwerven van verkopers en/of een deel van de door hen gegenereerde inkomsten.

Het Amerikaanse zakenblad Money constateerde in 1987 dat in de MLM-wereld het verhaal gaat dat een op de vijf miljonairs op deze manier begonnen is, maar de redactie kon daar geen spoor van bewijs voor vinden. U weet hoe het met dit type organisaties gaat. Na een aantal rondes in een bepaalde stad of wijk zijn er gewoon geen nieuwe kopers meer te vinden, laat staan verkopers. Tegen die tijd is het product vanwege alle tussenpersonen die een deel van de opbrengsten opstrijken ook gewoon duur geworden. Wie in zo’n regio laat instapt, werkt zich het apezuur voor een schamel inkomen, en loopt grote kans vrienden en bekenden te verliezen omdat die de eeuwige verkooppraatjes beu worden.

The Wall Street Journal schreef in 1992 dat 98 procent van de verkopers van de NuSkin Company niet de voorgespiegelde 5000 dollar per maand verdiende, maar gemiddeld slechts 38 dollar. Bij de relatief nette internationale club van AmWay (huishoudelijke producten) was in 1998 het gemiddeld bruto maandinkomen 90 dollar.

In Nederland heeft men aan een flink aantal wettelijke voorschriften te voldoen voordat men zich als zelfstandig ondernemer mag vestigen. Ten eerste moet men ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel. (Een verslaggever van de Provinciale Zeeuwse Courant die in 1998 een bijeenkomst van Herbalife bezocht, constateerde dat dat er niet bij werd verteld.) Ten tweede is het verstandig na te gaan of een bedrijf in de straat in overeenstemming is met het gemeentelijke bestemmingsplan en (in het geval van een huurhuis) met het huurcontract. Een bedrijf kan immers overlast veroorzaken. Ook koopcontracten kennen dit soort beperkingen. En dan komen de verzekeringen en de pensioenvoorzieningen, en wil de Belastingdienst graag veel meer weten. In België gelden soortgelijke voorschriften.

Conclusie: mocht u geld willen verdienen aan Multi Level Marketing, begin dan zelf zo’n club (maar zorg er wel voor dat u binnen de mazen van de wet blijft, en noem het geen piramidespel, want dat is verboden). En mocht u een klein wondje hebben, pak dan een eenvoudige wondzalf. Laat de ‘nobele’ maar voor de darmen niet ongevaarlijke Aloë vera liever met rust.

Naschrift

Er zijn veel onafhankelijke distributeurs van aloëveraproducten die beweren dat deze bij allerlei aandoeningen kunnen helpen, hoewel dat wettelijk niet is toegestaan. (Toets bij Google de zoekwoorden “aloe vera” + “aandoeningen” in om er een aantal te vinden.)

Forever Living Products Netherlands B.V. liet ons uitdrukkelijk weten dat zij zulke beweringen niet ondersteunt en er ook niet mee geassocieerd wil worden. Zij keurde ook het in de inleiding van dit artikel genoemde pamflet af, en voerde bij de Reclame Code Commissie aan dat alle distributeurs hun promotiemateriaal van te voren door FLP moeten laten goedkeuren. Dat was in dit geval niet gebeurd. Daarom oordeelde de RCC dat FLP niet verantwoordelijk kon worden gesteld voor de inhoud van het pamflet. De klacht tegen de distributeur werd wel gegrond verklaard.

Dit artikel is een gecorrigeerde versie van het origineel uit 2001.

Uit: Skepter 14.3 (2001)

 

Vond u dit artikel interessant? Overweeg dan eens om Skepsis te steunen door donateur te worden of een abonnement op Skepter te nemen.

Steun Skepsis

Marie Prins is elektrotechnisch ingenieur en oud-bestuurslid van Skepsis.